94
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
D
Plaats geen voorwerpen of lichaamsdelen
op of voor het dashboard of stuurwielkus-
sen waar de airbagsystemen vóór zich be-
vinden en monteer daar ook geen acces-
soires. Dit kan het opblazen van de air-
bags belemmeren en letsel veroorzaken.
Bovendien mogen de bestuurder en de
voorpassagier geen voorwerpen in hun
handen of op hun knieën meenemen.
D
Breng geen wijzigingen aan in de bedra-
ding en verwijder de bedrading niet.
Breng geen wijzigingen aan in onderdelen
van het SRS, zoals de airbag voor de be-
stuurder, de stuurkolomkap, het dash-
board in de buurt van de passagiersair-
bag, de airbag voor de voorpassagier en
de airbag- - ECU. Verwijder en/of open ze
ook niet. Dit kan ertoe leiden dat de air-
bags vóór niet op de juiste wijze worden
geactiveerd, plotseling worden geacti-
veerd, of helemaal niet worden geacti-
veerd. Dit kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Het niet in acht nemen van deze waarschu-
wingen kan resulteren in ernstig letsel.
Raadpleeg een Toyota- - dealer of erkende
reparateur voor reparaties of aanpassingen.
OPMERKING
Voer geen van onderstaande veranderingen
uit zonder eerst een Toyota- dealer of
erkende reparateur te raadplegen. Ze kunnen
de correcte werking van het airbagsysteem
in sommige gevallen hinderen.
z Plaatsen van elektronische onderdelen
zoals een zend- /ontvanginstallatie, cas-
settespeler, CD- speler
z Wijzigen van de wielophanging
z Modificaties van de structuur aan de voor-
zijde van de auto
z Montage van een lier of enig ander voor-
werp aan de voorzijde van de auto
z Reparaties aan of in de buurt van de spat-
borden, de voorzijde van de auto, de mid-
denconsole, de stuurkolom, het stuurwiel
of het dashboard bij de voorpassagiersair-
bag.