Download Print deze pagina

Toyota RAV4 2009 Instructieboekje pagina 103

Advertenties

92
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
Als de airbags worden opgeblazen, zal dit dui-
delijk te horen zijn. Daarbij zal enige rook en
onschadelijk gas ontstaan. Deze rook duidt niet
op brand of kortsluiting. De rook zal gedurende
enige tijd in de auto aanwezig blijven en kan
lichte irritatie aan ogen, huid of luchtwegen ver-
oorzaken. Als er poederdeeltjes op uw huid zijn
terechtgekomen, was deze er dan zo snel mo-
gelijk met water en zeep af om huidirritatie te
voorkomen. Als u de auto veilig kunt verlaten,
doe dat dan onmiddellijk.
Omdat het opblazen van de airbags in een
fractie van een seconde gebeurt, gaat dit ge-
paard met een aanzienlijke kracht. Het sys-
teem is weliswaar bedoeld om ernstig letsel,
voornamelijk aan hoofd en borstkas, te voorko-
men maar kan zelf een lichte vorm van letsel
veroorzaken aan het gezicht, de borstkas, de
armen en de handen. Het gaat hierbij dan
meestal om lichte brandwonden, ontvellingen
en zwellingen maar de kracht van een airbag
die geactiveerd wordt, kan ook ernstiger letsel
veroorzaken, vooral als de handen, de armen,
de borstkas of het hoofd van de inzittende zich
op het moment van activeren dicht bij de airbag
bevinden. Daarom moeten inzittenden: geen
voorwerpen of lichaamsdelen plaatsen tussen
het lichaam en de airbag; zo rechtop mogelijk
in hun stoel zitten; de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen; zo ver mogelijk van de
airbag vandaan zitten, waarbij de bestuurder
uiteraard wel de controle over de auto moet
kunnen behouden.
Raak de airbag niet aan, omdat delen van de
airbag (stuurwielnaaf, dashboard, airbagkap en
opblaasmechanisme) enige minuten na het op-
blazen nog heet kunnen zijn. De airbags zijn
ontworpen voor eenmalig gebruik. De voorruit
kan door de kracht van de airbags worden be-
schadigd.
WAARSCHUWING
Als de bestuurder te dicht op het stuurwiel
of een voorpassagier te dicht op het dash-
board zit bij het in werking treden van het
airbagsysteem, kan dit resulteren in ernstig
letsel. Toyota beveelt u het volgende aan:
D
De bestuurder dient de stoel zodanig in te
stellen dat deze zover mogelijk naar achte-
ren staat, weg van het stuurwiel, maar dat
de auto toch goed kan worden bediend.
D
De voorpassagier dient de stoel zover mo-
gelijk naar achteren, weg van het dash-
board in te stellen.
D
Alle inzittenden dienen hun gordels op de
juiste manier om te doen.
Zie voor aanwijzingen en voorzorgsmaat-
regelen met betrekking tot de zitpositie de
"Voorzorgsmaatregelen" op bladzijde 64 in
dit hoofdstuk.

Advertenties

loading