22
SLEUTELS EN PORTIEREN
De startblokkering wordt automatisch inge-
schakeld:
Auto's zonder Smart Key--systeem: Wanneer
de sleutel uit het contactslot wordt genomen.
Auto's met Smart Key--systeem: Wanneer het
contact UIT wordt gezet.
Het controlelampje zal gaan knipperen om aan
te geven dat het systeem is ingeschakeld.
Neem in de volgende gevallen contact op met
een Toyota--dealer of erkende reparateur:
D
Het controlelampje blijft branden.
D
Het controlelampje gaat niet knipperen on-
der de volgende omstandigheden.
Auto's zonder Smart Key--systeem: Wan-
neer de sleutel uit het contactslot wordt ge-
nomen.
Auto's met Smart Key--systeem: Wanneer
het contact UIT wordt gezet.
D
Het controlelampje knippert onregelmatig.
De startblokkering wordt automatisch uitge-
schakeld:
Auto's zonder Smart Key--systeem: Wanneer
de sleutel in het contactslot wordt geplaatst.
Auto's met Smart Key--systeem: Wanneer u in
de auto stapt terwijl u een sleutel van het
Smart Key--systeem bij u draagt en op de start-
knop drukt.
Ook als de batterij van de sleutel leeg is,
kan de motor worden gestart. Zie "Smart Key--
systeem" op bladzijde 36 in dit hoofdstuk.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, zal het
controlelampje uitgaan.
Uw Toyota--dealer of erkende reparateur heeft
het sleutelnummer en een hoofdsleutel (auto's
zonder Smart Key--systeem) of een elektroni-
sche sleutel (auto's met Smart Key--systeem)
nodig om een nieuwe sleutel met ingebouwde
transponderchip te maken. Het aantal sleutels
dat u kunt laten bijmaken, is echter gelimiteerd.
OPMERKING
Breng geen wijzigingen aan de startblokke-
ring aan en probeer deze niet te verwijderen
of te demonteren. Anders kan de juiste wer-
king van het systeem niet langer worden ge-
garandeerd.