OPMERKING
Laat de airconditioning niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als de motor niet
draait om te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt.
Verwarmen
Gebruik de volgende instellingen voor een opti-
maal resultaat:
—Met AUTO--functie
Druk op de AUTO toets.
Temperatuur
Luchttoevoer
Airconditioning
—Handbediend
Aanjagersnelheid
Temperatuur
Luchttoevoer
Luchtcirculatie
Airconditioning
D
Zet de luchttoevoertoets in de stand RE-
CIRCULATIE als u het interieur extra snel
wilt verwarmen. Om te voorkomen dat de
ruiten beslaan, is het aan te raden de stand
buitenlucht weer te selecteren zodra het
interieur is opgewarmd.
D
Schakel de airconditioning in voor gedroog-
de warme lucht.
D
Selecteer VOETEN/VOORRUIT om het in-
terieur te verwarmen en de voorruit te ont-
wasemen of te ontdooien.
VENTILATIE/VERWARMING/AIRCONDITIONING
— Naar de
gewenste
temperatuur
— BUITENLUCHT
— UIT
— Naar de
gewenste stand
— Naar hoge
temperatuur
— BUITENLUCHT
— VOETEN
— UIT
Airconditioning
Gebruik de volgende instellingen voor een opti-
maal resultaat:
—Met AUTO--functie
Druk op de toets AUTO.
Temperatuur
Luchttoevoer
Airconditioning
—Handbediend
Aanjagersnelheid
Temperatuur
Luchttoevoer
Luchtcirculatie
Airconditioning
D
Zet de luchttoevoertoets in de stand recir-
culatie als u het interieur extra snel wilt af-
koelen.
Ventileren
Gebruik de volgende instellingen voor een opti-
maal resultaat:
—Met AUTO--functie
Druk op de AUTO toets.
Temperatuur
Luchttoevoer
Airconditioning
—Handbediend
Aanjagersnelheid
Temperatuur
Luchttoevoer
Luchtcirculatie
Airconditioning
327
— Naar de
gewenste
temperatuur
— BUITENLUCHT
— AAN
— Naar de
gewenste stand
— Naar lage
temperatuur
— BUITENLUCHT
— HOOFD
— AAN
— Naar lage
temperatuur
— BUITENLUCHT
— UIT
— Naar de
gewenste stand
— Naar lage
temperatuur
— BUITENLUCHT
— HOOFD
— UIT