36
SLEUTELS EN PORTIEREN
TESTEN VAN HET SYSTEEM
1. Open alle ruiten.
2. Schakel het systeem in zoals hiervoor is
omschreven.
3. Probeer alle portieren van binnenuit te ont-
grendelen.
De vergrendelknop moet in de vergrendel-
stand blijven staan.
4. Druk op de ontgrendeltoets van de af-
standsbediening en controleer of het sys-
teem is uitgeschakeld.
Laat de auto nakijken door een Toyota--dealer
of erkende reparateur als het systeem niet
goed werkt.
Smart Key- - systeem
De belangrijkste functies van het Smart
Key- systeem zijn de onderstaande.
D
Startblokkering (Zie "Startblokkering" op
bladzijde 21 in dit hoofdstuk voor meer in-
formatie.)
D
Afstandsbediening (Zie "Afstandsbediening"
op bladzijde 25 in dit hoofdstuk voor meer
informatie.)
D
Startknopfunctie (Zie "Het starten van de
motor" op bladzijde 386 in hoofdstuk 3 voor
meer informatie.)
D
Instapfunctie en startfunctie (Zie INSTAP-
FUNCTIE EN STARTFUNCTIE in dit hoofd-
stuk.)
D
Stuurslotfunctie (Zie STUURSLOTFUNC-
TIE in dit hoofdstuk.)
WAARSCHUWING
D
Mensen met geïmplanteerde pacemakers
of hartdefibrillators moeten voldoende af-
stand bewaren tot de antennes van het
Smart Key- - systeem. Zie PLAATS VAN AN-
TENNES op bladzijde 38 in dit hoofdstuk
voor de plaats van de antennes. Radiogol-
ven kunnen dergelijke apparatuur beïn-
vloeden. Indien nodig kan de instapfunctie
worden uitgeschakeld. Neem contact op
met een Toyota- - dealer of erkende repara-
teur voor meer informatie, zoals over de
frequentie en het tijdstip waarop de radio-
golven worden uitgezonden. Raadpleeg
daarna uw huisarts om na te gaan of u de
instapfunctie moet uitschakelen.