474
ZELF UIT TE VOEREN ONDERHOUD EN CONTROLES: Inleiding
Reservezekeringen
Voorzorgsmaatregelen bij
controles en
onderhoudswerkzaamheden
Als u controles en onderhoudswerkzaamhe-
den uitvoert, dient u dit precies te doen
zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
U dient er rekening mee te houden dat on-
nauwkeurige of onvolledige uitvoering van de
beschreven controles en onderhoudswerk-
zaamheden kan leiden tot schade aan de auto
of tot letsel.
Dit hoofdstuk geeft alleen aanwijzingen voor
werkzaamheden die door de bestuurder een-
voudig zijn uit te voeren. Zoals uitgelegd in
hoofdstuk 6, zijn er nog steeds werkzaamhe-
den die door uw dealer en met speciaal ge-
reedschap dienen te worden uitgevoerd.
Wees uiterst voorzichtig als u aan uw auto
werkt. Houd u aan de volgende voorzorgs-
maatregelen:
WAARSCHUWING
D
Houd handen, kleding en gereedschap uit
de buurt van de ventilator en de aandrijf-
riemen van de motor als deze draait.
(Draag geen sieraden en/of een stropdas
bij werkzaamheden in de motorruimte.)
D
Na het rijden met de auto zal de motor-
ruimte (motor, radiateur, uitlaatspruitstuk,
bougiedoppen, enz.) heet zijn. Let er daar-
om op dat ze niet worden aangeraakt. De
olie, andere vloeistoffen en de bougies
kunnen ook heet zijn.
D
Verwijder de dop van het koelvloeistofre-
servoir niet als de motor heet is en draai
ook geen aftappluggen los. Dit om te voor-
komen dat u brandwonden oploopt.
D
Laat geen brandbare voorwerpen, zoals
een stuk papier of een doek, achter in de
motorruimte.
D
Niet roken en geen open vuur bij brand-
stof en bij de accu. De brandstof- - en ac-
cudampen zijn licht ontvlambaar.
D
Wees uiterst voorzichtig als u aan de accu
werkt. De accu bevat namelijk het giftige
en corrosieve zwavelzuur.