98
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij
De airbags vóór zijn in principe niet ontwor-
pen om in werking te treden bij een aanrij-
ding van opzij of van achteren, bij over de
kop slaan of bij een frontale aanrijding met
lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding
voldoende voorwaartse deceleratie veroor-
zaakt, wordt de airbag mogelijk geactiveerd.
Over de kop
slaan
Raken van een
stoeprand of een
ander hard voorwerp
Hard neerkomen
De airbags vóór worden mogelijk ook geac-
tiveerd bij zware stoten tegen de onderkant
van de auto. Zie de afbeelding voor een aan-
tal voorbeelden.
In of over een
diepe kuil rijden