AANWIJZINGEN VOORDAT U GAAT RIJDEN MET UW TOYOTA
De volgende omstandigheden kunnen dui-
den op een defect in een onderdeel dat door
het waarschuwingslampje wordt gecontro-
leerd. Laat uw auto zo snel mogelijk nakij-
ken door een Toyota- dealer of erkende
reparateur.
D
Auto's zonder Smart Key--systeem: Het
controlelampje gaat niet branden als het
contact AAN wordt gezet, of blijft branden.
Auto's met Smart Key--systeem: Het con-
trolelampje gaat niet branden als de start-
knop AAN wordt gezet, of blijft branden.
D
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
Als het lampje tijdens het rijden even gaat
branden, duidt dit niet op een storing.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje ABS en het
waarschuwingslampje remsysteem gelijktij-
dig blijven branden, zet de auto dan onmid-
dellijk op een veilige plaats stil en neem con-
tact op met een Toyota- - dealer of erkende
reparateur.
In dat geval kan het moeilijker zijn de auto
onder controle te houden tijdens hard rem-
men en bij het remmen op een gladde onder-
grond.
PARKEERREM
Uw auto is uitgerust met separate trommelrem-
men (die zich in de remschijven bevinden) die
als parkeerrem functioneren. Deze trommel-
remmen moeten regelmatig worden bijgesteld.
Bij het vervangen van onderdelen van de par-
keerrem, dienen ze te worden afgesteld.
Laat de remmen bijstellen door een Toyota--
dealer of erkende reparateur.
BRAKE ASSIST
Als hard op de rem getrapt wordt, ziet de
Brake Assist dit als een noodstop en zorgt
voor een sterkere remwerking wanneer de
bestuurder het rempedaal niet krachtig in-
getrapt kan houden.
Als u hard op de rem trapt, wordt er sterker
geremd. Op zo'n moment is een trilling in het
pedaal voelbaar en is een geluid in de motor-
ruimte hoorbaar. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
Auto's met VSC+--systeem—
De Brake Assist treedt in werking zodra de
snelheid boven 10 km/h komt. Het wordt uitge-
schakeld zodra de snelheid onder 5 km/h komt.
Voor een uitleg over het waarschuwingslampje
van dit systeem, zie "Waarschuwingslampjes
en --zoemers" op bladzijde 196 in hoofdstuk
1--6.
377