Raken van een
stoeprand of een
ander hard voorwerp
Hard neerkomen
De airbags vóór worden mogelijk ook geac-
tiveerd bij zware stoten tegen de onderkant
van de auto. Zie de afbeelding voor een aan-
tal voorbeelden.
In of over een
diepe kuil rijden
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
De belangrijkste onderdelen van de airbagsys-
temen vóór zijn aangegeven in de bovenstaan-
de afbeelding en zijn:
1. Voorste airbagsensoren
2. Waarschuwingslampje airbagsysteem
3. Controlelampje passagiersairbag ON/OFF
4. Voorpassagiersairbag
(airbag en opblaasmechanisme)
5. Aan/uit--schakelaar passagiersairbag
6. Schakelaar veiligheidsgordel bestuurder
7. Positiesensor bestuurdersstoel
8. Airbag--ECU
9. Bestuurdersairbag
(airbag en opblaasmechanisme)
De airbag--ECU omvat een vertragingsschake-
laar en een airbagsensor.
De airbagsensoren vóór controleren voortdu-
rend de voorwaartse deceleratie van de auto.
Als door een aanrijding de voorwaartse decele-
ratie een bepaalde drempelwaarde over-
schrijdt, stelt het systeem het opblaasmecha-
nisme van de airbag in werking. Op dat
moment worden de airbags door een chemi-
sche reactie kortstondig gevuld met gas, waar-
door de voorwaartse beweging van de inzitten-
den wordt afgeremd en gestopt. De airbags
vóór lopen vervolgens snel leeg, zodat het
zicht van de bestuurder niet wordt belemmerd
wanneer het nodig is verder te rijden.
91