116
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
WAARSCHUWING
D
De airbag en de side airbag aan passa-
gierszijde moeten worden uitgeschakeld
als er een baby- - of kinderzitje moet wor-
den gemonteerd waarin het kind tegen de
rijrichting in zit.
D
Gebruik geen zitje waarbij het kind tegen
de rijrichting in kijkt op de voorstoel als
de aan/uit- - schakelaar van de airbags in
stand ON staat. Anders kan het kind letsel
oplopen in geval van een aanrijding door
de kracht waarmee de airbag wordt opge-
blazen.
D
Schakel de airbag en de side airbag aan
passagierszijde alleen uit als een baby- - of
kinderzitje tegen de rijrichting in op de
voorstoel is geplaatst.
D
Als de airbag en de side airbag aan de
passagierszijde zijn uitgeschakeld, zullen
in het geval van een aanrijding de airbag
en de side airbag niet werken. Door het
uitschakelen van de airbag en de side air-
bag neemt de bescherming voor de inzit-
tenden af en neemt bij bepaalde soorten
ongelukken de kans op ernstig letsel toe.
Zie "Airbag bestuurder en voorpassagier",
"Bestuurdersairbag, knie- - airbag en passa-
giersairbag" en "Side airbags en curtain air-
bags" op bladzijde 89, 96 en 104 in dit hoofd-
stuk voor meer informatie.
Veiligheidssystemen voor
kinderen—
—Voorzorgsmaatregelen
Toyota raadt aan gebruik te maken van ba-
by- en kinderzitjes zolang een kind te klein
is voor de standaard gemonteerde veilig-
heidsgordels.
Kinderen die te groot zijn voor een baby-- of
kinderzitje, dienen achterin plaats te nemen en
gebruik te maken van de standaard gemonteer-
de veiligheidsgordels. Zie "Veiligheidsgordels"
op bladzijde 78 in dit hoofdstuk voor meer in-
formatie.
WAARSCHUWING
D
De meest effectieve bescherming van een
kind tijdens een ongeval of bij hard rem-
men, is het gebruik van een veiligheids-
systeem dat is afgestemd op de grootte en
het gewicht van het kind. Het vasthouden
van een kind in de armen is geen vervan-
ging voor een veiligheidssysteem. Bij een
ongeval kan een kind dan de voorruit ra-
ken of (als u geen veiligheidsgordel om
hebt) klem komen te zitten tussen u en het
dashboard.
D
Toyota beveelt het gebruik van een zitje
aan dat op de lengte en het gewicht van
het kind is afgestemd en dat achterin
wordt geplaatst. In ongevallenstatistieken
is aangetoond dat kinderen minder ver-
wondingen oplopen als zij achterin zitten.
D
Gebruik geen tegen de rijrichting in ge-
plaatst baby- - of kinderzitje op de voor-
stoel als de aan/uit- - schakelaar van de
passagiersairbag in stand ON staat. Bij
een ongeval kan het kind dan ernstig let-
sel oplopen door de kracht waarmee de
passagiersairbag wordt opgeblazen.