(k) Centraal waarschuwingslampje
Als het centrale waarschuwingslampje gaat
branden, verschijnt er een melding op het mul-
ti--informatiedisplay. Afhankelijk van de om-
standigheden kan er tevens een geluidssignaal
te horen zijn.
(l) Zoemer sleutel in contactslot
(auto's zonder Smart Key- systeem)
De zoemer helpt u herinneren de sleutel uit het
contactslot te nemen als het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl het contact in stand UIT
staat.
(m) Zoemer verlichting
Als de sleutel uit het contact is genomen en het
bestuurdersportier wordt geopend, treedt een
zoemer in werking als de verlichting nog
brandt.
(n) Zoemer parkeerrem
Deze zoemer geeft aan dat de parkeerrem nog
niet volledig ontgrendeld is terwijl de auto een
snelheid van meer dan 5 km/h heeft bereikt.
Breng de auto tot stilstand en ontgrendel de
parkeerrem volledig.
METERS, TELLERS EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
CONTROLE VAN
WAARSCHUWINGSLAMPJES
(behalve dat voor een laag brandstofniveau)
1. Trek de parkeerrem aan.
2. Auto's zonder Smart Key--systeem: Zet het
contact AAN maar start de motor niet.
Auto's met Smart Key--systeem: Zet de
startknop AAN maar start de motor niet.
Alle waarschuwingslampjes moeten nu
gaan branden.
De volgende waarschuwingslampjes dienen
na een paar seconden uit te gaan:
D
Waarschuwingslampje ABS
D
Waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning
D
Controlelampje VSC OFF
D
Controlelampje Traction Control
D
Controlelampje AUTO LSD
D
Controlelampje permanente vierwielaandrij-
ving
D
Controlelampje Downhill Assist
Control--systeem
Het waarschuwingslampje airbagsysteem
gaat na ongeveer 6 seconden uit.
Als een van de lampjes of zoemers niet op de
hierboven beschreven manier werkt, laat de
auto dan nakijken door een Toyota--dealer of
erkende reparateur.
205