254
CONTACTSLOT, TRANSMISSIE EN PARKEERREM
Neem in de volgende gevallen contact op met
een Toyota--dealer of erkende reparateur:
D
Het controlelampje Traction Control gaat
niet branden nadat het contact AAN is ge-
zet.
D
Het controlelampje Traction Control blijft
branden nadat het contact AAN is gezet.
D
Het controlelampje Traction Control gaat
branden tijdens het rijden.
Auto's met Smart Key--systeem—
Het controlelampje Traction Control gaat bran-
den als er een probleem is in een van de vol-
gende systemen:
D
Traction Control
D
AUTO LSD--functie
D
VSC+--systeem
D
Downhill Assist Control--systeem
D
Hill--start Assist Control--systeem
Dit lampje gaat branden zodra de startknop
AAN wordt gezet. Als de systemen goed wer-
ken, gaat na enkele seconden het lampje uit.
Als het lampje tijdens het rijden gaat branden,
werken de bovenstaande systemen niet. In dat
geval werkt het remsysteem als een conventio-
neel systeem en kunt u normaal verder rijden.
Neem in de volgende gevallen contact op met
een Toyota--dealer of erkende reparateur:
D
Het controlelampje Traction Control gaat
niet branden zodra de startknop AAN wordt
gezet.
D
Het controlelampje Traction Control blijft
branden nadat de startknop AAN is gezet.
D
Het controlelampje Traction Control gaat
branden tijdens het rijden.
Waarschuwingssysteem lage
bandenspanning
Het waarschuwingssysteem voor lage ban-
denspanning waarschuwt in het geval van
een te lage bandenspanning.
Het waarschuwingssysteem voor lage banden-
spanning is geen alternatief voor het controle-
ren van de bandenspanning. Controleer de
bandenspanning regelmatig met een banden-
spanningsmeter.
WAARSCHUWING
Bij een klapband of plotseling verlies van
bandenspanning kan het zijn dat het waar-
schuwingssysteem niet meteen in werking
treedt.