110
VEILIGHEIDSSYSTEMEN VOOR INZITTENDEN
D
Hang geen bekerhouder of iets dergelijks
aan het portier. Als de side airbag wordt
geactiveerd, kan de bekerhouder met gro-
te kracht worden weggeslingerd of kan de
airbag de bestuurder en/of de voorpassa-
gier onvoldoende bescherming bieden.
Bovendien mogen de bestuurder en de
voorpassagier geen voorwerpen in hun
handen of op hun knieën meenemen.
D
Plaats geen microfoon of iets dergelijks in
het gedeelte waar de curtain airbag opge-
blazen wordt, zoals op de voorruit, de por-
tierruiten, de voor- - en achterstijl, het dak
of aan de handgrepen. Als de curtain air-
bag wordt opgeblazen, kan de microfoon
of iets dergelijks met grote kracht worden
weggeslingerd of kan de curtain airbag
door een onvolledige werking de bestuur-
der en/of de voorpassagier niet voldoende
bescherming bieden.
D
Hang geen kleerhanger, zwaar voorwerp
of voorwerp met scherpe punten aan het
kledinghaakje. Als de curtain airbag wordt
geactiveerd, kunnen dergelijke voorwer-
pen met grote kracht worden weggeslin-
gerd of kan de airbag de bestuurder en/of
de voorpassagier onvoldoende bescher-
ming bieden. Hang kleding zonder kleer-
hanger of iets dergelijks aan het kleding-
haakje.
D
Gebruik geen accessoires voor de stoelen
die de plaatsen bedekken waarachter de
side airbags zich bevinden. Dergelijke ac-
cessoires kunnen ervoor zorgen dat de
side airbags niet (goed) in werking kunnen
treden, waardoor de kans op letsel groter
wordt.