ACHTERSTOELEN
ACHTERBANK
Gebruiksmogelijkheden
2
Rugleuning neerklappen
Schuif de voorstoelen voldoende naar
voren.
Voordat u een rugleuning neerklapt:
– zet de hoofdsteunen volledig
omlaag;
– plaats de veiligheidsgordel in de
riemgeleider A en maak de
veiligheidsgordel vast. Dit voorkomt
dat de veiligheidsgordel blokkeert
wanneer de rugleuning weer wordt
opgeklapt.
6 0 - K e n u w a u t o
Trek aan de handgreep 1 en laat de
rugleuning B zakken.
Opmerking: om veiligheidsredenen is
de rugleuning B voorzien van een
borgsysteem. U kunt tijdens het
hanteren weerstand ondervinden.
Voor het terugplaatsen van de
rugleuning, gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
Breng de rugleuning weer omhoog
totdat deze het
vergrendelingsdraaipunt van de
rugleuning bereikt.
Voorkom dat de veiligheidsband niet
tussen de rugleuning en de
hoedenplank bekneld raakt.
Controleer de werking van de
veiligheidsgordel.
Voordat u de rugleuning
verplaatst, plaats u de
autogordel in de houder A
om beschadiging te vermijden.
Controleer na het
terugkantelen van de
rugleuning of deze
weer goed is
vergrendeld.
Let op bij het gebruik van een
stoelhoes, dat deze de
vergrendeling van de rugleuning
niet belemmert.
Let op de juiste stand van de
autogordels.
Plaats de hoofdsteunen terug.
Naar voren of naar achteren schuiven