Download Print deze pagina

Renault CAPTUR 2024 Handleiding pagina 197

Advertenties

EXTRA RIJHULPMIDDELEN
– de functie "Rijstrookcentrering" is in
stand-by gezet en de functie
"Preventie verlaten rijstrook" is niet
gereed en niet actief: het grijze
waarschuwingslampje vervangt het
witte of grijze
of
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel. Zo wordt u
prioritair geïnformeerd over de status
van de functie "Rijstrookcentrering";
– de functie "Rijstrookcentrering"
wordt op stand-by gezet terwijl de
functie "Preventie verlaten rijstrook"
gereed of actief is: het
waarschuwingslampje
verschijnt rood of geel op het
instrumentenpaneel. Zo wordt u
prioritair geïnformeerd over de status
van de functie "Preventie rijstrook
verlaten".
In ieder geval wordt u te allen tijde op
de hoogte gebracht van de status van
de functie wanneer deze het
stuursysteem van uw voertuig
bestuurt. De meest bruikbare
informatie wordt altijd weergegeven.
Tijdelijke onbeschikbaarheid/
functie uitgeschakeld
Het systeem is tijdelijk niet
beschikbaar of uitgeschakeld wanneer:
– de streep wordt zeer snel
overschreden;
– er wordt continu over een streep
gereden;
– ongeveer vier seconden na het
wisselen van baan;
– scherpe bochten;
– slecht zicht;
– een van de richtingaanwijzers wordt
geactiveerd;
– de alarmknipperlichten inschakelen:
– de achteruitversnelling inschakelen;
– sterke acceleratie;
– de rijstrookbreedte verandert;
– werking van het elektronische
stabiliteitscontrolesysteem;
– werking van het
of
antiblokkeersysteem van de wielen;
– het actieve noodremsysteem wordt
geactiveerd;
– Interventie van een andere functie
die het stuursysteem bestuurt, zoals
de functie "Rijstrookcentrering".
Als de functie niet beschikbaar is,
worden het waarschuwingslampje
of
auto, de correctie-indicatoren voor de
linker- en rechterstreep 4 grijs op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Als de camera aan de voorkant is
verduisterd, wordt het bericht 'Camera
aan de voorkant zonder zichtbaarheid'
weergegeven op het
en, afhankelijk van de
instrumentenpaneel. Reinig het gebied
waar de sensoren zich bevinden.
Automatische deactivering
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer:
– Het voertuigdynamische
controlesysteem is gedeactiveerd;
– Het elektronische stabiliteitssysteem
werkt niet goed;
– Het antiblokkeersysteem werkt niet
goed;
– een trekhaak elektrisch is verbonden
met de trekhaakaansluiting;
– het controlelampje
weergegeven.
Wanneer de functie is gedeactiveerd,
wordt het waarschuwingslampje
geel weergegeven op het
instrumentenpaneel.
3
wordt
R i j d e n - 1 9 5

Advertenties

loading