VENTILATIEROOSTERS, VERWARMING EN AIRCONDITIONING
1. Linker en rechter ventilatieroosters
2. Ventilatierooster van zijruit
3. Ontwasemingssleuf onder de
voorruit
4. Centrale ventilatieroosters
5. Verwarmingsroosters bij de
voetenruimtes voor
6. Bedieningspaneel
7. Verwarmingsroosters bij de
voetenruimte achter
8. Ventilatieroosters midden
achterpassagiers.
Centrale 4, zij- 1 en
achterluchtroosters 8
Luchtstroom
Sluiten: draai het lipje 9 naar de
buitenkant van de auto, voorbij het
weerstandspunt.
Openen: beweeg het lipje 9 naar de
binnenkant van de auto.
Richting
Verplaats de cursor 9 naar de
gewenste positie.
Bevestig geen voorwerpen
op de ventilatieroosters
(bijv. telefoonhouder).
Risico van beschadiging.
Achterstoelen
(afhankelijk van de auto)
Ventilatieroosters voetenruimte 7 .
Stop niets in het
ventilatiecircuit van de
auto (bijvoorbeeld in
geval van stank enz.).
Risico van beschadiging of
brand.
U w c o m f o r t - 3 1 5
4