EXTRA RIJHULPMIDDELEN
of voor herkenning van de
weginrichting in stand-by.
De twee functies worden automatisch
opnieuw geactiveerd zodra de
ontvangst van de aangesloten
gegevens weer optimaal is.
3
In alle gevallen wordt status stand-by
bevestigd doordat de
waarschuwingslampjes grijs worden
en de melding "Adaptieve
snelheidsregelaar uitgeschakeld"
verschijnt op het instrumentenpaneel.
Als u de adaptieve
snelheidsregelaar in
stand-by zet of
uitschakelt, leidt dit niet
tot een snelle vertraging van de
auto: als u wilt remmen, moet u
het rempedaal indrukken.
Stand-by afsluiten
Op basis van de opgeslagen
kruissnelheid
Als een snelheid in het geheugen is
opgeslagen, kan deze in de juiste
omstandigheden (verkeersdrukte,
staat van het wegdek,
weersomstandigheden, enz.) worden
opgeroepen.
2 4 6 - R i j d e n
Druk op schakelaar 5 (RES) of
schakelaar 7 (SET/+) binnen het
bereik van geldige snelheden.
Als u de opgeslagen snelheid oproept,
wordt het inschakelen van de regelaar
bevestigd doordat de ingestelde
snelheid groen oplicht.
Opmerking: als de opgeslagen
snelheid veel hoger is dan de huidige
snelheid, trekt de auto op naar deze
hogere snelheid.
Op basis van de huidige snelheid
Als de regelaar stand-by is, komt de
regelaarfunctie weer in werking door
een druk op de schakelaar 6 (SET/-),
ongeacht de snelheid die in het
geheugen is opgeslagen; de actuele
snelheid van de auto wordt gebruikt.
Waarschuwingen "Neem de
controle over"
In sommige situaties (u nadert een
veel langzamer voertuig, er is een
voorligger die snel van rijstrook
wisselt, enz.) heeft het systeem
wellicht geen tijd om te reageren.
Afhankelijk van de situatie geeft het
systeem een geluidssignaal in
combinatie met:
– de oranje waarschuwing H als de
aandacht van de bestuurder vereist is;
of
– de rode waarschuwing J samen met
de melding "Remmen", als
onmiddellijke actie van de bestuurder
vereist is.