EXTRA RIJHULPMIDDELEN
Als een van de radars is afgedekt is,
verschijnt, afhankelijk van de auto, de
melding "Zijsensoren geen zicht".
Als de radar aan de voorkant is
afgedekt, verschijnt de melding "Radar
voor geen zicht" op het
instrumentenpaneel.
Als de camera aan de voorkant is
afgedekt, verschijnt de melding
"Camera voor geen zicht" op het
instrumentenpaneel.
Reinig het gebied waar de sensoren
zich bevinden.
De functie automatisch
deactiveren
Het systeem wordt automatisch
gedeactiveerd wanneer:
– Het voertuigdynamische
controlesysteem is gedeactiveerd;
– Het elektronische stabiliteitssysteem
werkt niet goed;
– Het antiblokkeersysteem werkt niet
goed;
– Een trekhaak is elektrisch
verbonden met de trekhaakaansluiting;
– het controlelampje
weergegeven.
Als de auto is uitgerust met een
trekhaak die door het systeem wordt
herkend, verschijnt de melding
"Aanhanger: zijradars niet
beschikbaar" om te melden dat de
noodfunctie Preventie verlaten rijstrook
niet actief is.
Als het voertuig een aanhanger of
caravan trekt, kunnen onverwachte of
onnodige correcties optreden. U kunt
het systeem uitschakelen om
onverwachte of onnodige correcties te
voorkomen.
Storingen
Als de functie een storing signaleert,
kunnen de volgende meldingen
verschijnen op het
instrumentenpaneel:
– « Controleer camera voor » ;
of
– « Controleer radar voor » ;
of
– « Rijhulpsystemen controleren » ;
of, afhankelijk van de auto,
– « Controleer zijsensoren ».
Ga naar een merkdealer.
wordt
3
R i j d e n - 2 0 3