EXTRA RIJHULPMIDDELEN
Als het systeem in de
eerste twee
waarschuwingsfases weer
handen op het stuurwiel
waarneemt, stoppen de
waarschuwingen. De functie
houdt de auto nog steeds in het
midden van de rijstrook.
Opmerking: in sommige situaties
detecteert de "Rijstrookcentrering" uw
handen mogelijk niet meer op het
stuurwiel en klinkt er een
waarschuwingssignaal.
– als de bestuurder het stuur zeer licht
vasthoudt.
– de bestuurder draagt
handschoenen;
– ...
In een scherpe bocht
In een scherpe bocht en afhankelijk
van de snelheid van de auto, kan het
systeem de zijwaartse beweging van
de auto minder goed controleren. De
bestuurder moet dan onmiddellijk actie
uitvoeren op het stuurwiel, zodat de
functie de auto in het midden van de
rijstrook kan houden.
Als de bestuurder niet ingrijpt, gaat het
stuurwiel trillen om aan te geven dat
de auto een streep gaat overschrijden
en dat de bestuurder onmiddellijk actie
moet nemen.
Het waarschuwingslampje 21
en de indicatoren voor de linker- en
rechterstreep 20 worden rood op het
instrumentenpaneel.
Als het voertuig een streep
helemaal overschrijdt en de
rijstrook verlaat, gaat de functie
"Rijstrookcentrering" op stand-by.
Het feit dat de functie op stand-by
staat, wordt bevestigd doordat het
waarschuwingslampje 21
indicatoren voor de linker-/
rechterstreep 20 op het
instrumentenpaneel grijs worden
weergegeven.
Storingen
Als er een storing wordt gedetecteerd
in de werking van de functie
"Rijstrookcentrering", verschijnt de
melding "Rijhulpsystemen niet
beschikbaar" or "Rijhulpsystemen
controleren" op het
instrumentenpaneel en wordt de
functie uitgeschakeld.
Ga naar een merkdealer.
3
en de
R i j d e n - 2 6 5