SLEPEN
Toegang tot de sleeppunten
Gebruik uitsluitend de sleeppunten
voor 4 en achter 7 (en nooit de
aandrijfassen of enig ander deel van
de auto). Deze sleeppunten mogen
alleen voor slepen worden gebruikt. Ze
mogen nooit worden gebruikt om de
auto direct of indirect op te tillen.
Sleeppunt voor
Druk op zone A en blijf drukken terwijl
u aan zone B trekt om de klep 6 te
openen.
Sleeppunt achter
Druk op zone C en blijf drukken terwijl
u aan zone D trekt om de klep 8 te
openen.
Draai het sleepoog 5 maximaal
vast: draai eerst zo ver mogelijk met
de hand vast en vergrendel daarna
met behulp van de wielmoersleutel of
de hendel, afhankelijk van het
voertuig.
U mag alleen de sleepring 5 en de
wielmoersleutel of de hendel
gebruiken die bij het gereedschap
371 zit.
Zorg ervoor dat de
sleepring correct met
bouten is bevestigd.
Risico om het
gesleepte object te verliezen.
– Gebruik een starre
sleepstang. Indien u een
touw of kabel gebruikt bij
het slepen (als dit wettelijk
toegestaan is), moet de auto die
gesleept wordt nog kunnen
remmen.
– een auto die gesleept wordt,
moet te allen tijde bestuurbaar
zijn.
– Accelereer en rem gelijkmatig
en zonder schokken om te
voorkomen dat de auto
beschadigt.
– In elk geval is een maximale
snelheid van 25 km/u raadzaam.
P r a k t i s c h e t i p s - 4 0 3
6