POMPSET VOOR DE BANDEN
6
Als de band correct is opgepompt,
verwijdert u de set: schroef de
pompaansluiting langzaam los van de
fles 3 om spatten te voorkomen, en
bewaar de fles in een plastic
verpakking om te voorkomen dat het
product gaat lekken.
– Plak het etiket met de
rijvoorschriften (onderaan op de fles)
op een voor de bestuurder zichtbare
plaats op het dashboard.
– Berg de set op.
– Na het oppompen ontsnapt er nog
steeds lucht uit de band. Rijd een kort
stukje om het gat af te dichten.
– Start onmiddellijk en rijd met een
snelheid van 20 tot 60 km/h om het
product gelijkmatig in de band te
3 7 0 - P r a k t i s c h e t i p s
verdelen. Stop na 3 km en controleer
de druk.
– Als de spanning hoger is dan 1,3 bar
maar lager dan de voorgeschreven
spanning (raadpleeg de sticker op de
rand van het bestuurdersportier),
corrigeer deze dan. Neem anders
contact op met een merkdealer: de
band kan niet worden gerepareerd.
Voorzorgsmaatregel bij het
gebruik van de set
De set mag niet langer dan 15 minuten
aaneengesloten gebruikt worden;
De fles moet na het eerste gebruik
worden vervangen, ook al zit er nog
vloeistof in.
In de voetenruimte van
de bestuurder mogen
geen objecten aanwezig
zijn; bij plotseling
remmen kunnen deze onder de
pedalen terechtkomen en het
gebruik ervan hinderen.
Let op, als een
ventieldopje ontbreekt of
niet goed vastgezet is,
kan er lucht uit de
banden ontsnappen en de
bandenspanning afnemen.
Zorg altijd dat de ventieldopjes
gelijk zijn aan de originele en dat
ze helemaal vastgezet zijn.
Na een reparatie met
behulp van de set, mag
u niet verder dan 200 km
rijden. Verminder
bovendien uw snelheid en rijd in
elk geval niet sneller dan 80 km/u.
Het etiket dat u op een zichtbare
plaats op het dashboard moet
plakken, herinnert u hieraan.
Afhankelijk van het land of de
plaatselijke voorschriften, moet
een met de pompset
gerepareerde band worden
vervangen.