Advertenties
PORTIEREN EN KLEPPEN
weer vergrendeld zodra de auto
ongeveer 10 km/u rijdt.
2
Inschakelen/Uitschakelen van de
functie
Om deze in te schakelen: druk bij
stilstaande auto met draaiende motor
op de schakelaar 7 totdat u een
geluidssignaal hoort.
Om deze uit te schakelen: terwijl het
voertuig stilstaat en de motor draait,
drukt u op de schakelaar 7 tot u twee
pieptonen hoort.
De functie kan ook worden
ingeschakeld en uitgeschakeld via het
multimediascherm �� 125 (afhankelijk
van de auto).
Storingen
Als u een storing constateert (geen
centrale vergrendeling, het lampje in
schakelaar 7 licht niet op wanneer u
probeert de portieren en de achterklep
te vergrendelen enz.), controleert u of
de centrale vergrendeling niet per
ongeluk is uitgeschakeld. Ook
controleert u of alle portieren en de
achterklep goed gesloten zijn. Als deze
goed gesloten zijn, moet u een
merkdealer raadplegen.
5 4 - K e n u w a u t o
Verantwoordelijkheid
van de bestuurder
Bedenk dat het rijden
met vergrendelde
portieren een belemmering kan
zijn voor hulpverleners in geval
van nood.
Bagageruimte
Open zetten
Druk op knop 1 om de achterklep een
paar centimeter te openen.
Trek de achterklep omhoog.
Sluiten
Laat de achterklep zakken te beginnen
met de binnenhandgrepen 2 .
Gebruik nooit de
gasveren om de klep van
de bagageruimte te
sluiten.
Openen van binnenuit
Bij een elektrische storing kunt u de
bagageruimte handmatig van binnenuit
openen.
Advertenties
