Advertenties
EXTRA RIJHULPMIDDELEN
van de rijstrook gestuurd. Het
controlelampje 21
indicatoren voor de linker- en
rechterstreep 20 worden groen.
3
U kunt op elk moment
verplaatsingsrichting van
de auto wijzigen door het
stuurwiel te draaien.
Waarschuwing "Handen aan het
stuur houden"
Wanneer de functie
"Rijstrookcentrering" uw handen niet
meer op het stuurwiel detecteert,
2 6 4 - R i j d e n
worden er diverse waarschuwingen
geactiveerd:
en de
– na ongeveer 15 seconden
verschijnt de melding "Houd handen
aan stuur"" geel op het
instrumentenpaneel 22 ;
– na ongeveer 30 seconden
verschijnt het bericht "Handen aan het
stuur houden" op het
instrumentenpaneel en verschijnt het
rode waarschuwingslampje 22
vergezeld van een pieptoon die steeds
harder klinkt;
– als de bestuurder na ongeveer 35
seconden zijn handen niet op het
stuur legt nadat de waarschuwing is
weergegeven, klinkt er continu een
geluidssignaal. De remmen worden
vervolgens herhaaldelijk kort ingedrukt
om de bestuurder te informeren dat hij
de controle over de auto moet
terugkrijgen door zijn handen op het
stuur te leggen. Als de bestuurder niet
reageert, activeert de "Active driver
assist" de alarmknipperlichten en remt
de auto af tot deze volledig tot stilstand
komt.
De bestuurder kan deze
manoeuvre op elk moment
onderbreken door zijn
handen op het stuur te leggen, te
remmen of de "Active driver
assist" uit te schakelen.
– als de auto stilstaat en de
versnelling in de stand P staat, blijven
,
de alarmknipperlichten aan staan, is
het waarschuwingslampje
uitgeschakeld en wordt het bericht
"Lane keep assist uitgeschakeld" rood
weergegeven op het
instrumentenpaneel om u te
informeren. Om de functie opnieuw in
te schakelen, zet u de
versnellingspook in de stand D en
drukt u op de schakelaar 13 (SET/-) of
14 (SET/+): het systeem "Active driver
assist" dat bestaat uit de functie "Stop
and Go adaptieve snelheidsregelaar"
en "Rijstrookcentrering" wordt
geactiveerd als aan de vereiste
voorwaarden is voldaan.
Advertenties
