PARKEERREM
Bijzondere gevallen
Als u wilt parkeren op een helling of
terwijl u een caravan of een
aanhangwagen trekt, moet u enkele
seconden aan de schakelaar 4
trekken voor een maximale
remwerking.
Parkeren met de elektronische
handrem losgezet (bijvoorbeeld als het
kan gaan vriezen):
– schakel een versnelling in of kies
stand P: de aandrijfwielen worden
mechanisch vergrendeld door de
aandrijfas.
– Stop de motor door te drukken op de
start/stopknop 1 of door de
contactsleutel 2 te draaien;
– maak de gordel van de
bestuurdersstoel los;
– open het bestuurdersportier;
– zet de elektronische parkeerrem
handmatig los (zie "Elektronische
parkeerrem handmatig loszetten");
– afhankelijk van de auto wordt de
elektronische parkeerrem automatisch
geactiveerd. U moet deze handmatig
loszetten.
Uitvoering met automatische
transmissie
Bij bestuurdersportier open of slecht
gesloten en draaiende motor, wordt
het automatisch loszetten uit
veiligheidsoverwegingen
gedeactiveerd, (dit om te voorkomen
dat de auto alleen zonder bestuurder
weg rolt). Het bericht "Zet parkeerrem
handmatig vrij" verschijnt als de
bestuurder het gaspedaal indrukt.
Verlaat nooit uw auto
zonder stand P weer in
te schakelen en de
motor uit te schakelen.
Als u namelijk gas geeft terwijl
een versnelling is ingeschakeld,
kan de stilstaande auto gaan
rijden.
Kans op ongevallen.
Storingen
– Bij een storing licht het
waarschuwingslampje
instrumentenpaneel op, vergezeld van
de boodschap "Controleer parkeerrem"
en in sommige gevallen van het
waarschuwingslampje
Raadpleeg snel een merkdealer.
– Bij een storing van de automatische
parkeerrem, licht het
waarschuwingslampje
vergezeld van de boodschap "Storing
parkeerrem", van een piep en in
sommige gevallen van het
waarschuwingslampje
U moet direct stoppen zonder het
overige verkeer in gevaar te brengen.
3
op het
.
op,
.
R i j d e n - 1 6 9