OLIEPEIL VAN DE MOTOR:
Algemeen
Iedere motor verbruikt wat olie voor
het smeren en koelen van de
bewegende delen in de motor. Het is
daarom normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten olie moet bijvullen.
Indien u echter na de inrijperiode meer
dan 0,5 liter olie per 1000 km moet
bijvullen, moet u een erkende dealer
raadplegen.
Controleer het oliepeil regelmatig en
in ieder geval voor elke grote reis:
vul indien nodig tijdig olie bij om
ernstige schade aan de motor te
voorkomen.
Aflezen van het oliepeil
De auto moet horizontaal staan en de
motor mag geruime tijd niet hebben
gedraaid.
Voor het exacte oliepeil en het
controleren of het maximumpeil niet
overschreden is (risico op schade
aan motor), moet u de peilstaaf
gebruiken.
Afhankelijk van de auto waarschuwt
het display van het
instrumentenpaneel uitsluitend als het
oliepeil minimaal is.
– Haal de peilstaaf eruit en veeg hem
af met een droge en niet pluizende
doek;
– steek de peilstaaf weer zo diep
mogelijk in zijn houder, (als de motor
een "peildop" C , heeft, draait u deze
geheel vast);
– verwijder de peilstok opnieuw;
– lees het niveau af: het mag nooit
onder het "mini"niveau A komen en
ook niet boven het "maxi"niveau B .
Als u het peil heeft gelezen, moet u de
peilstaaf terugplaatsen tegen de
aanslag of de peildop geheel
vastdraaien.
Motorolie bijvullen
Gebruik een trechter of
bescherm het gedeelte
rond te vulopening om te
voorkomen dat er motorolie op
een warm gedeelte van de
motorruimte of een gevoelig
onderdeel (d.z.w. elektrische
onderdelen) terechtkomt.
Risico van brand.
Overschrijding van het
maximumpeil van de
motorolie
Het maximumpeil B mag
nooit worden overschreden: dit
kan leiden tot schade aan de
motor en het
antiluchtverontreinigingssysteem.
Als het peil boven het maximum
is, start de motor dan niet en
roep de hulp in van een
merkdealer.
O n d e r h o u d - 3 4 7
5