PARKEERHULP
Werkzaamheden
3
Als een portier wordt geopend en een
bewegend object wordt gedetecteerd,
wordt het waarschuwingslampje 1
weergegeven op de buitenspiegel 2
en, afhankelijk van de auto, gaat de
omgevingsverlichting op het
voorportier branden.
Opmerking: maak de buitenspiegels
2 regelmatig schoon zodat het
waarschuwingslampje 1 zichtbaar
blijft.
2 9 6 - R i j d e n
Wanneer het gedetecteerde object
heel dichtbij is, klinkt er een pieptoon
en wordt vergezeld door de
waarschuwingsmelding 3 " "Obstakel
aan de zijkant gedetecteerd" op het
instrumentenpaneel.
Opmerking: het systeem blijft enige
tijd actief nadat het contact is
uitgeschakeld.
De functie in-/uitschakelen via het
multimediascherm 4
Zie de multimedia-instructies voor het
in-/uitschakelen van de functie.
Wanneer de auto wordt
ontgrendeld, keert de
functie terug naar de laatst
opgeslagen status op het
multimediascherm.
Omstandigheden waarin de
dodehoekwaarschuwing niet werkt
– de auto rijdt en staat niet volledig
stil;