EXTRA RIJHULPMIDDELEN
Actieve noodrem
Met behulp van informatie van de
camera 1 en de radar 2 bepaalt het
systeem de afstand tussen uw auto:
– de voorligger op dezelfde rijstrook;
of
– eventuele tegenliggers, in het kader
van een mogelijke verandering van
richting;
of
– en auto's die haaks passeren;
of
– en stilstaande auto's;
of
– voetgangers en fietsers in de
nabijheid.
Het systeem informeert de bestuurder
als er een risico bestaat op een
frontale botsing om de juiste
noodmanoeuvres mogelijk te maken
(het rempedaal indrukken en/of het
stuurwiel draaien).
Afhankelijk van het reactievermogen
van de bestuurder kan het systeem
helpen bij het remmen om schade te
beperken of een botsing te
voorkomen.
Het systeem is verder niet actief en
geeft geen waarschuwing.
Deze functie is een extra
hulp tijdens het rijden.
Deze functie kan in geen
geval de waakzaamheid
en verantwoordelijkheid van de
bestuurder vervangen; deze moet
altijd de controle over zijn auto
behouden.
Met dit systeem wordt de
auto maximaal afgeremd
totdat deze zo nodig
volledig stilstaat.
Gebruik om veiligheidsredenen
altijd de autogordel tijdens het
rijden en controleer of alles goed
vastzit, zodat de inzittenden niet
kunnen worden geraakt door
loszittende voorwerpen.
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is
bedekt (door vuil, modder, condens
enz.).
Plaats van de radar 2
Controleer of het gebied rond de radar
niet is bedekt (met vuil, modder,
sneeuw of een verkeerd geplaatste
kentekenplaat), beschadigd, gewijzigd
(bijv. door lakwerk) of verborgen.
3
R i j d e n - 2 1 5