●
Schakel het contact in. Houd rekening met
het volgende: om het contact in te schake-
len, plaatst u de autosleutel in de daarvoor be-
stemde zone om een noodstart uit te voeren
›››
pag.
147.
Let op
Als de 12V-accu bijna of helemaal leeg is,
werkt het alarmsysteem niet correct.
Interieurbewaking en afsleepalarm
Indien bewegingen worden waargenomen in
het interieur terwijl de wagen vergrendeld is,
wordt het alarm geactiveerd door de interieur-
bewaking.
Indien wordt gedetecteerd dat de wagen wordt
opgetild, wordt het alarm geactiveerd door het
afsleepalarm.
De interieurbewaking en afsleepalarm in-
schakelen
●
Vergrendel de wagen. Wanneer het alarm-
systeem actief is, zijn de interieurbewaking en
afsleepalarm dat ook.
Naargelang de uitrusting kan het gebruik van
een scheidingsnet de werking van de interieur-
bewaking beïnvloeden.
96
Openen en sluiten
De interieurbewaking en het afsleepalarm
tijdelijk uitschakelen
De interieurbewaking en het afsleepalarm kun-
nen tijdelijk worden uitgeschakeld in het info-
tainmentsysteem:
> Wagen > Buiten >
Centrale vergrendeling > Interieur-
›››
bewaking
pag.
30. De interieurbewaking
en het afsleepalarm blijven uitgeschakeld tot
de wagen weer wordt vergrendeld.
De interieurbewaking en het afsleepalarm kun-
nen ook worden uitgeschakeld in het vertrek-
menu. Daarvoor moet het contact uitgescha-
›››
keld zijn
pag.
144.
Om een loos alarm te vermijden, schakelt u
de interieurbewaking en het afsleepalarm in de
volgende situaties uit:
●
Wanneer er personen of dieren in het interi-
eur achterblijven.
●
Wanneer de wagen op een ander vervoer-
middel geladen, getransporteerd of gesleept
moet worden.
●
Wanneer de wagen in een wasstraat gela-
ten moet worden of wordt geparkeerd op een
plaats met twee verdiepingen.
Risico op loos alarm van de interieurbewa-
king
De interieurbewaking zal alleen correct werken
indien de wagen volledig gesloten is. Neem
de wettelijke voorschriften in acht. In onder-
staande gevallen kan een loos alarm optreden:
●
Indien één of meer ruiten deels of volledig
openstaan.
●
Indien lichte voorwerpen in de wagen wor-
den achtergelaten, bijv. losse papieren of han-
gers aan de binnenspiegel.
●
Indien de trilfunctie wordt geactiveerd van
een mobiele telefoon die in de wagen wordt
achtergelaten.
Let op
● De interieurbewaking en het afsleepalarm
kunnen niet permanent worden uitgescha-
keld.
● Indien bij het activeren van het alarm-
systeem nog een portier of de achterklep
open is, wordt enkel het alarmsysteem ge-
activeerd. De interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden enkel geactiveerd nadat
alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
● Wanneer de interieurbewaking en het af-
sleepalarm worden uitgeschakeld, wordt ook
het "Safe"-veiligheidssysteem gedeactiveerd
›››
pag. 94
.
Portieren
Inleiding
De portieren en de achterklep kunnen hand-
matig worden vergrendeld en gedeeltelijk wor-
den ontgrendeld, bijvoorbeeld als de sleutel of
de centrale vergrendeling defect is.