Symbool
Functie
Spraakbediening in-/uitscha-
kelen
De gemarkeerde optie in
het instrumentenpaneel selec-
teren
Weergaven van het digitale pa-
neel veranderen: Schuif uw
vinger over
weergave te gaan
Selectie van rijprofielen
›››
pag. 151
Selectie van het CUPRA-rijpro-
›››
fiel
pag. 151
Positie van het stuur verstellen
Afb. 78
Hendel linksonder aan de
stuurkolom.
104
Verstel het stuurwiel vóór vertrek en alleen
wanneer de wagen stilstaat.
●
Trek de hendel
het stuur in de gewenste positie en breng de
hendel opnieuw omhoog tot het sluitpunt.
WAARSCHUWING
Een verkeerd gebruik van de stuurwielver-
stelling en een verkeerde stand van het
om naar de
stuurwiel kunnen ernstige of zelfs dodelijk
›››
pag. 14
letsel veroorzaken.
●
Druk na het verstellen van de stuurkolom
›››
de hendel
dat de stand van het stuurwiel tijdens het rij-
den niet onbedoeld kan veranderen.
●
Verstel het stuurwiel nooit tijdens het rij-
den. Indien u tijdens het rijden merkt dat het
stuurwiel versteld moet worden, dient u op
veilige wijze te stoppen en het stuurwiel in de
juiste stand te zetten.
●
Het verstelde stuurwiel moet steeds ge-
richt zijn naar de borstkas en niet naar het
gezicht, om de bescherming van de voorair-
bag van de bestuurder niet te beperken bij
een ongeval.
●
Tijdens het rijden moet u het stuurwiel
steeds met beide handen vastnemen aan de
buitenzijde ervan (positie 9 en 3 uur), om het
risico op letsel bij de activering van de voor-
airbag van de bestuurder te verminderen.
●
Houd het stuurwiel nooit vast in de positie
van 12 uur of op andere wijze, bijv. in het mid-
den. In zulke gevallen kunnen bij activering
Stuurwiel
›››
afb. 78
omlaag, plaats
1
afb. 78
stevig omhoog zo-
1
van de bestuurdersairbag ernstig letsel aan
uw armen, handen en hoofd worden toege-
bracht.