Belangrijke aanwijzingen voor de voorairbag
van de bijrijder
Op de zonneklep van de bijrijder en/of achter-
ste omlijsting van het bijrijdersportier zit een
sticker met belangrijke informatie over de air-
›››
bag aan de bijrijderszijde
afb.
Neem de veiligheidsaanwijzingen van de vol-
gende hoofdstukken in acht:
●
Veiligheidsafstand ten opzichte van de bijrij-
›››
dersairbag
pag.
44.
●
Voorwerpen tussen de bijrijder en de airbag
›››
aan bijrijderszijde
in Voorairbags op
pag. 48
Indien de voorairbag aan bijrijderszijde wordt
geactiveerd, vormt dat een groot gevaar voor
een kind dat met de rug naar het dashboard
is gekeerd, aangezien de airbag met zo'n grote
kracht tegen de stoel kan slaan dat dit levens-
gevaarlijke letsels kan opleveren. Kinderen t/m
12 jaar moeten altijd op de zitplaatsen achterin
worden vervoerd.
Om deze reden raden wij u met klem aan om
kinderen op de zitplaatsen achterin te vervoe-
ren. Het is de veiligste plek van de wagen. De
bijrijdersairbag kan worden uitgeschakeld met
›››
de sleutelschakelaar
pag.
48. Kinderen
moeten reizen in een zitje dat geschikt is voor
›››
hun lengte en leeftijd
pag.
53.
Veilig vervoer van kinderen
WAARSCHUWING
●
Als op de bijrijdersstoel een kinderzitje
wordt gemonteerd, betekent dit bij een aan-
rijding een grotere kans op, mogelijk dode-
lijk, lichamelijk letsel bij het kind.
34.
●
Een geactiveerde bijrijdersairbag kan een
kinderzitje, dat met de rug naar het dash-
board is gekeerd, raken en dit met volle
kracht tegen het portier, de hemelbekleding
of de rugleuning werpen.
●
Nooit een kinderzitje op de bijrijdersstoel
bevestigen waarbij het kind met de rug naar
het dashboard is gekeerd en de voorairbag
in paraatheid is – levensgevaar! Indien nodig
moet echter de voorairbag van de bijrijder
buiten werking worden gesteld
Indien de bijrijdersstoel over een hoogtere-
geling bezit, plaats deze dan zo ver mogelijk
naar achteren en in de hoogste positie. Als de
stoel over een vast zitje bezit, plaats daar dan
geen kinderzitje op.
●
In de versies zonder sleutelschakelaar voor
het uitschakelen van de airbag dient de uit-
schakeling door een Technische Dienst te
worden verricht. Vergeet niet de airbag op-
nieuw in te schakelen wanneer een volwas-
sene plaats wenst te nemen naast de be-
stuurder.
●
Sta nooit toe dat kinderen onbeschermd
in de wagen meegaan of tijdens het rijden
in de wagen gaan staan resp. geknield op
de stoelen zitten. Bij een ongeval wordt uw
Veiligheid
›››
pag. 48
.
kind zelf ook door de wagen geslingerd en
kunnen andere inzittenden daardoor levens-
gevaarlijk worden verwond.
●
Laat een kind nooit alleen op het kinderzi-
tje of in de wagen.
●
Kinderen kleiner dan 1,50 m mogen de vei-
ligheidsgordels van de wagen niet gebruiken
zonder dat ze in een kinderzitje plaatsne-
men, aangezien ze bij plots remmen of een
ongeval gewond kunnen raken aan hun buik
en nek.
●
Wanneer een kinderzitje gemonteerd
wordt op de achterbank, wordt aanbevolen
om het kinderslot van de portieren te active-
›››
pag. 98
ren
.
Bevestigingssystemen
Afhankelijk van het land worden verschillende
bevestigingssystemen gebruikt om de kinder-
zitjes veilig in te bouwen.
Overzicht van de bevestigingssystemen
●
ISOFIX: ISOFIX is een gestandaardiseerd be-
vestigingssysteem dat het mogelijk maakt om
kinderzitjes snel en veilig vast te zetten in de
auto. De ISOFIX-bevestiging zorgt voor een
starre verbinding tussen het kinderzitje en de
carrosserie.
Het kinderzitje heeft twee bevestigingspunten
of "ankers". Deze bevestigingspunten klikken
vast in ISOFIX-ogen die zich tussen de ach-
terbank en de rugleuning van de achterbank
55