Bij het inschakelen van een knipperlicht gaat
het systeem tijdelijk naar passieve toestand om
het handmatig veranderen van rijstrook toe te
staan.
Door een draai aan of sterke correctie van het
stuur door de bestuurder wordt het systeem
tijdelijk in passieve toestand gezet.
Oproep tot ingreep door bestuurder
Indien het sturen niet handmatig wordt gecor-
rigeerd, vraagt het systeem de aandacht van
de bestuurder via een indicatie op het scherm
van het instrumentenpaneel en geluidssigna-
len.
Indien het systeem geen reactie krijgt van de
bestuurder, gaat het naar passieve toestand.
Naargelang de uitrusting wordt de semi-auto-
matische besturing (Emergency Assist) geacti-
veerd indien ze is ingeschakeld in het infotain-
mentsysteem.
Onafhankelijk van de stuurmanoeuvres wordt
via een indicatie op het scherm van het instru-
mentenpaneel en bijkomende geluidssignalen
de bestuurder bovendien gevraagd om in het
midden van de rijstrook te rijden indien de
stuurcorrectie langer duurt dan redelijk.
Stuurwieltrilling
De volgende situatie kan aanleiding geven tot
het trillen van het stuur:
●
Tijdens een bruuske ingreep in de stuurin-
richting wordt de rijstrook niet langer herkend.
180
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
De stuurvibratie kan ook worden geselecteerd
in het menu Wagen van het infotainmentsys-
teem. In dat geval gaat het stuur trillen zodra
de wagen met actieve Lane Assist een gede-
tecteerde grens van een rijstrook overschrijdt.
Let op
Indien er een storing is in de rijstrookbe-
houdassistent, wordt het systeem mogelijk
automatisch uitgeschakeld.
Oplossing van problemen
De rijstrookbehoudassistent is niet be-
schikbaar
Het controlelampje gaat geel branden. Op het
scherm van het instrumentenpaneel verschijnt
bovendien een melding.
●
Het gezichtsveld van de camera is vuil. Maak
›››
de voorruit schoon
pag.
●
Het zicht van de camera wordt beperkt door
accessoires of stickers.
●
Er is een storing of defect. Schakel het aan-
drijfsysteem uit en weer in.
Het systeem gedraagt zich niet zoals ver-
wacht
●
De camera is niet goed afgesteld of bescha-
digd, bijv. door schade aan de voorruit. Con-
troleer of er zichtbare schade is.
●
Monteer geen voorwerpen op het stuur.
Indien het probleem zich blijft voordoen, ga
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
Let op
Na inschakeling van het contact kunnen en-
kele seconden verstrijken tot een storing in
het systeem is gedetecteerd.
Let op
Wanneer de rijstrookbehoudassistent niet
beschikbaar is, zijn ook de semi-automati-
sche besturing (Emergency Assist) en het be-
stuurdershulpsysteem (Travel Assist) dat niet.
328.
Bestuurdershulpsysteem
(Travel Assist)
Inleiding tot thema
Het bestuurdershulpsysteem (Travel Assist)
combineert de automatische afstandsregeling
(ACC) en de adaptieve rijstrookgeleiding. Bin-
nen de beperkingen van het systeem kan de