Informatie voor de
bestuurder
Controlelampjes
Controle- en waarschuwingslamp-
jes
De waarschuwings- en controlelampjes kun-
nen individueel of gecombineerd oplichten; ze
waarschuwen, wijzen op de aanwezigheid van
een storing of melden de activering van be-
paalde functies. Sommige lampjes gaan bran-
den wanneer het contact wordt ingeschakeld
en moeten na enige tijd uitgaan.
De controlampjes die gaan branden in de licht-
schakelaar worden uitgelegd in het hoofdstuk
›››
pag. 112,
Lichten.
WAARSCHUWING
Indien geen rekening gehouden wordt met
de waarschuwingslampjes en de berichten,
kan de wagen door een storing tot stilstand
komen midden in het verkeer, of kunnen zich
ongevallen of ernstig letsel voordoen.
●
Nooit de indicatielampjes of tekstberich-
ten negeren.
●
Breng de wagen tot stilstand zodra dit op
een veilige wijze mogelijk is.
Informatie voor de bestuurder
Controlelampjes
Sym-
Betekenis
bool
Rijd niet verder!
Centraal waarschuwingslampje
›››
pag. 19
De veiligheidsgordel omdoen
›››
pag. 38
Hoogvoltaccu volledig ontladen
›››
pag. 75
Elektronische parkeerrem inge-
›››
schakeld
pag. 192
Rijd niet verder!
Storing in het remsysteem
154
Rijd niet verder!
›››
Laag remvloeistofpeil
Rijd niet verder!
De elektromechanische rembekr-
›››
achtiger werkt niet
Neem de controle over de wagen
over en wees klaar om te remmen!
›››
pag. 166
Sym-
Betekenis
bool
Storing in het koelvloeistofsysteem
van de motor
Storing in stuurinrichting
150
Storing in het hoogvoltsysteem
›››
pag.
›››
pag. 286
›››
pag.
12 volt-accu
Hoogvoltaccu leeg - Rijden niet
pag. 301
mogelijk
Gevaar voor de gezondheid! Open
de ruiten! CO
hoog
pag. 156
Botsingswaarschuwing
174
Neem onmiddellijk de controle over
het sturen over
Centraal waarschuwingslampje
›››
pag. 19
Rijd niet verder!
›››
pag. 300
Rijd niet verder!
›››
pag.
Rijd niet verder!
›››
74,
pag.
149,
Rijd niet verder!
›››
pag. 306
›››
pag. 144
-concentratie te
2
›››
pag. 136
›››
pag.
›››
pag. 185
11