●
Aansluiten op optie van draadloos opladen.
●
Aansluiten op microfoon in de wagen.
Symbolen in het hoofdmenu
Contacten.
Lijst van binnenkomende en uitgaande op-
roepen.
Telefoonnummer ingeven.
Tekstberichten (sms en e-mail).
Instellingen van de telefooninterface.
Symbolen voor de oproepen
De symbolen kunnen verschillen naargelang
het infotainmentsysteem.
Een oproep starten of naar de voorgrond
brengen.
Een oproep beëindigen of afwijzen.
Lijst van contacten openen of conferentie
starten.
Telefoonnummer ingeven.
Het geluid van handsfree bellen onder-
drukken.
Oproep in wacht zetten.
Oproep voortzetten.
Oproep naar privémodus brengen.
Een noodoproep verrichten.
Voicemail.
268
Infotainmentsysteem
Symbolen van de oproepenlijsten
●
Om de oproepenlijsten te openen, drukt u
op
.
Binnenkomend telefoongesprek.
Uitgaande oproep.
Gemiste oproep.
Telefoonnummer (bedrijf).
Telefoonnummer (particulier).
Mobiel telefoonnummer (bedrijf).
Mobiel telefoonnummer (particulier).
Fax (particulier).
Fax.
Symbolen voor tekstberichten
De symbolen kunnen verschillen naargelang
het infotainmentsysteem.
●
Om de tekstberichten te openen, drukt u op
.
Activeer de invoer via spraakcommando's
›››
pag.
248.
Sjablonen voor tekstberichten.
Plaatsen met bijzondere voor-
schriften
Koppel de telefoon en telefooninterface los
op plaatsen met explosiegevaar. Die plaatsen
staan niet altijd duidelijk aangegeven. Voor-
beelden hiervan zijn:
●
omgeving van leidingen en tanks, waarin zich
chemicaliën bevinden.
●
Het benedendek op schepen en veerboten.
●
Omgeving van voertuigen die op vloeibaar
gas (zoals bijv. propaan of butaan) rijden.
●
Plaatsen waar chemicaliën of stofdeeltjes,
zoals meel, stof of metaalpoeder, in de lucht
zitten.
●
Elke andere plaats waar het aandrijfsysteem
of de telefoon moet worden afgezet.
WAARSCHUWING
De telefoon op plaatsen met explosiegevaar
geheel uitschakelen!
Let op
Op plaatsen waar bijzondere voorschriften
gelden en waar het gebruik van de telefoon
verboden is, moet deze altijd zijn uitgescha-
keld. De door de ingeschakelde telefoon af-
gegeven straling kan interferenties bij gevoe-
lige technische en medische apparatuur ver-
oorzaken. Dit kan een storing of beschadi-
ging van de apparatuur tot gevolg hebben.
Koppelen, aansluiten en beheren
Vereiste voor de koppeling:
●
Bluetooth® is geactiveerd op de mobiele te-
lefoon.
●
Bluetooth® is geactiveerd in de infotainment.