6. Houd andere personen steeds uit de buurt
van de voorruimte.
7. Zet de wagen vast zodat hij niet kan bewe-
gen.
WAARSCHUWING
Voor uw eigen veiligheid mag u deze belang-
rijke controlelijst niet negeren, anders kun-
nen er zich ongevallen en ernstige letsels
voordoen.
●
Volg steeds de aanwijzingen van de contro-
lelijst en houd rekening met de algemene
veiligheidsmaatregelen.
De voorklep openen en sluiten
Afb. 173
Ontgrendelingshendel in de
voetenruimte van de bestuurder.
296
Controleren en bijvullen
Afb. 174
Hendel onder de motorkap.
De voorklep openen
De voorklep wordt van binnenuit ontgrendeld.
Alvorens de motorkap te openen, controleert
u of de ruitenwissers op de voorruit rusten.
●
Open het portier en trek aan de hendel on-
›››
der het dashboard
afb. 173
●
Om de motorkap te openen, drukt u met uw
handpalm de hendel in het midden onder de
›››
motorkap naar links
afb. 174
grendelingshaken komen vrij.
●
De motorkap kan nu geopend worden. De
motorkapsteun losmaken en in de daarvoor
bedoelde plaats van de motorkap vastzetten.
De voorklep sluiten
●
De motorkap iets oplichten.
●
De motorkapsteun loshaken en weer in de
drukhouder plaatsen.
●
Op een hoogte van ongeveer 20 cm laten
vallen zodat het geblokkeerd is.
Als de motorkap niet goed gesloten is, de kap
niet aandrukken. Opnieuw openmaken en la-
ten vallen zoals hiervoor beschreven is.
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorkap goed gesloten is. In-
dien de motorkap opengaat tijdens het rij-
den, kan dit leiden tot een ongeval.
LET OP
.
1
In bepaalde weersomstandigheden kan er
zich ijs of sneeuw ophopen tussen de motor-
kap en de voorruit; probeer de motorkap niet
met geweld te openen tot alle ijs of sneeuw is
. De ver-
2
verwijderd, met name aan de scharnieren.
LET OP
Om schade aan de motorkap en ruitenwis-
sers te voorkomen, mag de motorkap alleen
geopend worden als de wisserarmen op de
voorruit liggen.