LET OP
Wanneer het Keyless Access-systeem is uit-
geschakeld, is ook het sensorgestuurd ope-
nen en sluiten van de achterklep uitgescha-
keld, hoewel de functie verschijnt als "actief"
in het wagenmenu.
Oplossing van problemen
Het Keyless Access-systeem werkt niet
De werking van de sensoroppervlakken kan
beperkt zijn indien ze erg vuil zijn.
●
Maak de sensoroppervlakken schoon.
Alle knipperlichten knipperen vier maal
De laatst gebruikte sleutel bevindt zich nog in
de wagen.
●
Verwijder de sleutel en vergrendel de wagen.
Automatisch uitschakelen van de sensorop-
pervlakken
De sensoroppervlakken worden in de volgende
gevallen uitgeschakeld:
●
Indien de wagen langere tijd niet wordt ont-
of vergrendeld.
●
Indien een aantal sensoroppervlakken vaker
dan normaal wordt geactiveerd.
Centrale vergrendeling
Openen en sluiten
Om de sensoroppervlakken opnieuw te active-
ren:
●
Ontgrendel de wagen met de knop
sleutel.
●
OF: ontgrendel de wagen handmatig met de
sleutel.
LET OP
De sensoroppervlaken van de portiergrepen
kunnen geactiveerd worden wanneer ze ge-
raakt worden door een waterstraal of hoge-
drukspuit wanneer er een passende auto-
sleutel in de omgeving aanwezig is. Als ten
minste één van de ruiten geopend is en de
sensoroppervlakken van een van de portier-
grepen permanent geactiveerd worden, wor-
den alle ruiten gesloten. Als de waterstraal
of hogedrukspuit even niet gericht wordt op
de sensoroppervlakken van een van de por-
tiergrepen en daarna er opnieuw op gericht
wordt, dan worden alle ruiten mogelijk geo-
pend.
Let op
Als op het scherm van het instrumentenpa-
neel het bericht
Keyless defect
getoond, kunnen er zich storingen voordoen
in de werking van het Keyless Access-sys-
teem. Raadpleeg een gespecialiseerde werk-
plaats.
Let op
Als er zich geen enkele autosleutel binnenin
van de
bevindt of het systeem hem niet herkent, zal
er een melding verschijnen op het display
van het instrumentenpaneel. Dit zou kunnen
gebeuren als er een ander radiofrequentie-
signaal zou interfereren met het signaal van
de sleutel of als de sleutel afgedekt wordt
door een voorwerp, bijv. een metalen koffer.
Centrale vergrendeling
Inleiding tot thema
De centrale vergrendeling werkt correct wan-
neer alle portieren en de achterklep volledig
gesloten zijn. Indien het bestuurdersportier
openstaat, kan de wagen niet worden vergren-
deld met de autosleutel.
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van de centrale vergrende-
ling kan ernstig letsel veroorzaken.
●
De centrale vergrendeling sluit alle portie-
ren af. Als een wagen van binnenuit vergren-
wordt
deld is, kunnen niet-geautoriseerde perso-
nen de portieren van buitenaf de portieren
niet openen en zich toegang tot de wagen
verschaffen. In noodgevallen of bij ongeluk-
ken kunnen de vergrendelde portieren ech-
ter de toegang tot wagen om de inzittenden
te helpen in de weg staan.
91