WAARSCHUWING
Indien u de wagen zonder toezicht laat
met ingeschakeld aandrijfsysteem, kunnen
er zich ongevallen en ernstige letsels voor-
doen.
●
Laat de wagen nooit zonder toezicht ter-
wijl het aandrijfsysteem is ingeschakeld.
●
Schakel het contact altijd uit. De elektroni-
sche parkeerrem wordt dan automatisch in-
geschakeld.
●
Bij het parkeren of verlaten van de wagen
moet u altijd controleren of de elektronische
parkeerrem is ingeschakeld.
●
Wanneer u de wagen verlaat, controleer
dan steeds of alle portieren, ruiten, de ach-
ter- en voorklep volledig gesloten en ver-
grendeld zijn.
●
Wanneer het aandrijfsysteem is ingescha-
keld en de schakelstand D/B of R is geko-
zen, moet de wagen worden gestopt door het
rempedaal in te trappen.
●
Kies nooit de achteruit terwijl de wagen in
beweging is.
Rijden
Stuur
LET OP
●
Wanneer u bergop stopt met gekozen
schakelstand, mag u het gaspedaal niet in-
trappen om te vermijden dat de wagen ach-
teruit rolt. Trap het rempedaal in om het sys-
teem van e-aandrijving niet onnodig te over-
belasten.
●
De wagen mag nooit worden verplaatst met
geselecteerde stand N, vooral wanneer het
aandrijfsysteem is uitgeschakeld.
Oplossing van problemen
E-aandrijving oververhit
Het waarschuwingslampje gaat rood branden.
Het systeem van e-aandrijving is oververhit.
Er verschijnt een waarschuwing in de Digital
Cockpit.
●
Breng de wagen onmiddellijk tot stil-
stand!
●
Parkeer de wagen in de openlucht zodra dat
mogelijk is en veilig kan.
●
Schakel het aandrijfsysteem uit.
●
Voeg geen koelvloeistof toe!
●
Roep de hulp in van gespecialiseerd perso-
neel.
en
Er kan geen remenergie wor-
den gerecupereerd
De controlelampjes gaan geel branden.
Er is een storing in de recuperatie van de reme-
nergie. De actieradius kan beperkt worden.
●
Raadpleeg een gespecialiseerde werkplaats.
LET OP
Indien de wagen zich gedurende langere tijd
of met een hoge snelheid verplaatst met uit-
geschakeld contact en e-aandrijving, of met
lege 12 volt-accu, zal het systeem van e-aan-
drijving beschadigd raken. De wagen mag en-
kel worden gesleept indien voldaan is aan be-
›››
pag. 286
paalde voorwaarden
Stuur
Informatie met betrekking tot de
stuurinrichting
Om pogingen tot diefstal van de wagen te
voorkomen, wordt aangeraden de stuurkolom
vóór het uitstappen te vergrendelen met het
stuurslot.
Stuurinrichting
In wagens met elektromechanische stuurin-
richting wordt de stuurbekrachtiging automa-
tisch afgestemd op de rijsnelheid, de draai-
hoek van het stuur en de oriëntatie van de
wielen. De elektromechanische stuurinrichting
werkt enkel met ingeschakeld aandrijfsysteem.
.
149