●
Lijn de krik zodanig uit dat de flens
ware in de uitsparing voor de langsligger "grijpt"
en de beweegbare grondplaat
grond ligt. De grondplaat
opzichte van het bevestigingspunt vallen
●
Draai de krik verder omhoog tot het wiel iets
van de grond komt.
WAARSCHUWING
De uit de fabriek meegeleverde krik is alleen
voor uw wagenmodel bedoeld. In geen geval
daarmee zwaardere wagens of andere lasten
optillen - gevaar voor verwondingen!
●
Let erop dat de krik stabiel blijft staan.
Als het oppervlak glad of zacht is, kan de
krik verschuiven of verzinken – gevaar van
verwondingen!
●
Breng de wagen uitsluitend omhoog met
de krik die af fabriek is meegeleverd. Andere
krikken, ook indien ze zijn goedgekeurd voor
andere modellen van CUPRA, kunnen weg-
glijden en zo letsels veroorzaken.
●
Plaats de krik uitsluitend onder de daartoe
bestemde bevestigingspunten op de langs-
ligger en lijn de krik uit. Als dit niet gebeurt,
dan kan de krik wegschuiven omdat ze niet
voldoende grip op de wagen heeft. gevaar op
verwondingen!
●
Houd nooit een lichaamsdeel zoals een
arm of been onder de alleen door een krik
ondersteunde wagen.
318
als het
1
●
Als u zich genoodzaakt ziet om onder
de wagen werkzaamheden uit te voeren, zet
plat op de
2
hem dan met stroppen en bokken vast zodat
moet verticaal ten
2
hij niet kan bewegen.
.
1
●
Krik de wagen niet op als hij naar één
kant overhelt of als het aandrijfsysteem is in-
geschakeld.
●
Schakel het aandrijfsysteem niet in wan-
neer de wagen is opgekrikt. De wagen zou
van de krik kunnen vallen als gevolg van de
trillingen.
LET OP
●
De wagen mag niet omhoog worden ge-
bracht onder een dwarsbalk. Plaats de
krik uitsluitend onder de daartoe bestemde
plaatsen op de langsligger. Anders kan de
wagen beschadigd worden.
●
Een belasting of gewicht op de buiten-
lijst/dorpel (erop gaan staan, plaatsing van
krik, ondersteuning van zware voorwerpen
enz.) kan deze beschadigen. CUPRA kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor schade
veroorzaakt door een verkeerd gebruik van
de buitenlijst of carrosserie.
Een wiel demonteren en monteren
Nadat u de bouten hebt losgedraaid en de wa-
gen met de krik hebt opgekrikt, verwisselt u
het wiel.
Wielen en banden
Bij het verwijderen/plaatsen van het wiel kan
de velg tegen de remschijf slaan en deze be-
schadigen. Ga daarom voorzichtig te werk en
laat u door een tweede persoon assisteren.
Wiel verwijderen
●
De wielbouten losdraaien met de wielsleu-
tel en de bouten aan de kant leggen op een
schoon oppervlak.
●
Verwijder het wiel.
Wiel plaatsen
Houd tevens rekening met de draairichting van
›››
de band
pag.
319.
●
Breng het reservewiel of noodreservewiel
aan.
●
Wielbouten erin draaien en licht aantrekken.
●
Om de antidiefstalbouten vast te zetten, ge-
bruik een adapter voor antidiefstalbouten.
●
Laat de wagen zakken met de krik; ga hierbij
voorzichtig te werk.
●
Draai alle bouten met de wielsleutel
rechtsom aan. Draai de bouten niet één voor
één rondom maar altijd kruislings aan.
●
Breng de doppen, wieldop of integrale wiel-
dop aan.
De wielbouten moeten schoon zijn en gemak-
kelijk draaien. Contactvlakken tussen wiel en
naaf controleren. Verontreinigingen op deze
vlakken verwijderen alvorens het wiel te plaat-
sen.