Belangrijke informatie over wielbouten
De velgen en wielbouten die in de fabriek ge-
monteerd zijn, zijn qua constructie op elkaar
afgestemd. Daarom moeten bij het vervangen
van de velgen de bijbehorende wielbouten met
de juiste lengte en kop worden gebruikt. De
bevestiging van de wielen en de werking van
het remsysteem hangt daarvan af.
Soms mag u zelfs niet de wielbouten van wa-
gens van dezelfde productieserie gebruiken.
WAARSCHUWING
Als de wielbouten niet goed worden vastge-
zet, kunnen ze onder het rijden losdraaien
waardoor de bestuurder de controle over het
stuur kan verliezen met als mogelijk gevolg
een ongeluk en ernstig letsel.
●
Alleen die wielbouten gebruiken die bij de
velg horen.
●
Nooit verschillende wielbouten gebruiken.
●
Wielbouten en schroefdraad moeten
schoon en vrij van olie of vet zijn. Ze moeten
gemakkelijk aangedraaid kunnen worden.
●
Gebruik om de wielbouten los of vast te
draaien alleen de wielsleutel die bij de wagen
is meegeleverd.
●
Om ongevallen te vermijden, draait u de
wielbouten slechts een beetje los (ongeveer
een slag) wanneer de wagen nog niet is opge-
tild met de krik.
Een wiel verwisselen
Wielen en banden
●
Breng geen vet of olie op de wielbouten
of op de schroefdraad van de wielnaaf aan.
Hoewel de bouten met het voorgeschreven
aanhaalmoment zijn aangetrokken, kunnen
ze onder het rijden losdraaien.
●
De schroefverbindingen van velgen met
geschroefde velgringen nooit losdraaien.
●
Als de wielbouten met een lager dan
het voorgeschreven aanhaalmoment worden
aangedraaid, kunnen de bouten en velgen
onder het rijden losdraaien. Door een te
hoog aanhaalmoment kan de wielbout of de
schroefdraad worden beschadigd.
De wagen opkrikken
Afb. 185
Steunpunten voor de krik.
Afb. 186
Langsligger: plaatsing van de
wagenkrik.
●
Plaats de krik (wagengereedschap) op een
stevige ondergrond. Gebruik indien nodig een
stabiele plaat met een groot oppervlak. Bij een
gladde ondergrond, zoals bijv. een tegelvloer,
een stroeve drager (bijv. een rubber mat) ge-
›››
bruiken
.
●
Zoek het bevestigingspunt op de langsligger
(verzonken gedeelte) dat zich het dichtste bij
›››
het te vervangen wiel bevindt
●
Draai aan de krik die u onder het bevesti-
gingspunt op de langsligger hebt geplaatst,
om deze hoog te verplaatsen tot de flens
›››
afb. 186
zich onder de betreffende uitspa-
ring bevindt.
afb.
185.
1
317