Systemen ter onder-
steuning van de be-
stuurder
Algemene aanwijzingen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
●
De verantwoordelijkheid van het rijden
blijft op ieder moment bij de bestuurder
rusten. De rijhulpsystemen kunnen de oplet-
tendheid van de bestuurder nooit vervangen.
Richt al uw aandacht op het rijden en wees
voorbereid om wanneer nodig in te grijpen.
●
Gebruik de rijhulpsystemen enkel wanneer
de omstandigheden het toelaten. De rijstijl
moet te allen tijde worden aangepast aan het
zicht op de weg, de weersomstandigheden,
het wegdek en het verkeer.
●
Voor een juiste reactie van de rijhulpsyste-
men moeten de sensoren en camera's zon-
der beperkingen functioneren. Houd reke-
ning met de aanwijzingen over sensoren en
camera's in dit hoofdstuk.
158
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Let op
● Houd tevens rekening met de specifieke
normen van elk land, met name voor wat het
rijden, vorming van een noodcorridor, veilig-
heidsafstand, snelheid, parkeerstand, stand
van de wielen enz. betreft. De bestuurder is
als enige verantwoordelijk voor de naleving
van de specifieke voorschriften van het land
in kwestie.
● De zone voor en rond de sensoren en
camera's mag niet bedekt worden met stic-
kers, bijkomende koplampen, kentekenpla-
ten e.d., want dat kan de werking van
de hulpsystemen beïnvloeden. Bij een ver-
keerde reparatie van de auto of structurele
wijzigingen kan de werking van de hulpsyste-
men worden beïnvloed.
● Het repareren of afstellen van de senso-
ren en camera's vergt bijzondere kennis en
gereedschap. CUPRA beveelt om die reden
aan om een gespecialiseerde CUPRA-servi-
cepartner of een SEAT-dealer te raadplegen.
Grenzen van het systeem
WAARSCHUWING
●
De rijhulpsystemen mogen de natuurkun-
dig bepaalde grenzen niet overschrijden. In
sommige gevallen is een botsing mogelijk
niet meer te vermijden.
●
De waarschuwingen, meldingen en contro-
lelampjes reageren mogelijk niet op tijd of op
verkeerde wijze, bijv. indien een voertuig te
snel nadert.
●
De corrigerende ingrepen van rijhulpsyste-
men (bijv. correctie van het sturen of rem-
men) volstaan mogelijk niet of vinden zelfs
helemaal niet plaats, afhankelijk van de om-
standigheden. Als bestuurder moet u klaar
zijn om op ieder moment in te grijpen.
Let op
● Door de eigen grenzen van het systeem
wat de detectie van de omgeving betreft, is
het mogelijk dat de systemen niet op tijd
of op ongewenste wijze waarschuwen/ingrij-
pen. Het kan tevens voorkomen dat de hulp-
systemen een manoeuvre verkeerd interpre-
teren en de bestuurder daarom op onver-
wachte wijze waarschuwen.