Inhoudsopgave
Advertenties
Het contact inschakelen
●
Trap het rempedaal in.
●
OF: druk eenmaal op de startknop. De start-
knop bevindt zich aan de rechterzijde van de
stuurkolom.
Het contact uitschakelen
Met ingeschakeld contact en stilstaande wagen
drukt u eenmaal op de startknop.
OF: met stilstaande wagen en ingeschakelde
elektronische parkeerrem stapt u uit.
Het contact wordt ook uitgeschakeld wanneer
de bestuurder met stilstaande wagen het rem-
pedaal niet intrapt en zijn/haar gordel los-
maakt met ingeschakelde elektronische rem.
Automatisch uitschakelen van het contact
Als de bestuurder zich van de auto verwijdert
met de autosleutel bij zich terwijl het contact
nog is ingeschakeld, wordt het contact na
enige tijd automatisch uitgeschakeld. Indien
de voorklep wordt geopend met ingeschakeld
contact, wordt het niet automatisch uitgescha-
keld. De elektronische parkeerrem wordt auto-
matisch ingeschakeld bij het verlaten van de
wagen.
Indien na uitschakeling van het contact geen
geldige sleutel in het interieur wordt gedetec-
teerd, kan het systeem niet opnieuw worden
ingeschakeld zonder passende sleutel. In de
Digital Cockpit wordt een melding getoond.
Het aandrijfsysteem in- en uitschakelen
Rijden
WAARSCHUWING
Iedere onbedoelde beweging van de wagen
kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●
Indien de schakelknop wordt bediend na
inschakeling van het contact, wordt het aan-
drijfsysteem in bepaalde omstandigheden
›››
onmiddellijk ingeschakeld
WAARSCHUWING
Nalatig of onachtzaam gebruik van de auto-
sleutels kan leiden tot ernstige verwondingen
en ongevallen.
●
Laat wanneer u het voertuig verlaat nooit
de autosleutel in de wagen achter. Anders
kunnen kinderen of onbevoegden de wagen
vergrendelen, het aandrijfsysteem of contact
inschakelen en op die manier systemen zoals
de elektrische ruitbediening gebruiken.
LET OP
Het contact en aandrijfsysteem kunnen en-
kel worden ingeschakeld indien er een pas-
sende sleutel in de wagen is.
Het aandrijfsysteem inschakelen
Vereisten om het aandrijfsysteem in te scha-
kelen
Het aandrijfsysteem kan worden ingeschakeld
wanneer is voldaan aan de volgende voorwaar-
den:
●
De ladingstoestand van de hoogvoltaccu is
voldoende hoog.
●
Er is geen laadkabel ingestoken.
●
De temperatuur van de hoogvoltaccu ligt
binnen het werkingsbereik.
●
Er is een passende sleutel in de wagen.
pag. 145
.
●
De veiligheidsgordel is vastgegespt.
Het aandrijfsysteem inschakelen
●
Met ingetrapt rempedaal selecteert u een
schakelstand
van het aandrijfsysteem wordt visueel en
akoestisch aangegeven.
●
Herhaal de procedure indien het aandrijfsys-
teem niet kan worden ingeschakeld. Voer in-
dien nodig een noodstart uit
WAARSCHUWING
Een elektrisch voertuig maakt erg weinig ge-
luid tijdens zijn werking, zowel in stilstand
als in beweging. Andere weggebruikers zoals
voetgangers en kinderen kunnen het voer-
tuig daarom niet of nauwelijks horen of waar-
nemen. Dit kan leiden tot ongevallen en let-
sels, bijvoorbeeld tijdens het manoeuvreren
of achteruitrijden in woongebieden.
›››
pag.
147. De inschakeling
›››
pag.
147.
145
Advertenties
Inhoudsopgave
