Vermoeidheidsherkenning (aan-
beveling om te pauzeren)
Afb. 6
Op het scherm van
het instrumentenpaneel: symbool van
vermoeidheidsherkenning.
Het systeem van vermoeidheidsherkenning in-
formeert de bestuurder wanneer het aan de
hand van zijn/haar gedrag aan het stuur afleidt
dat hij/zij moe is.
Werking en bediening
De detectie van vermoeidheid detecteert het
rijgedrag van de bestuurder aan het begin
van de rit en berekent op basis daarvan de
mate van vermoeidheid. Het systeem vergelijkt
dit vervolgens continu met het actuele rijg-
edrag. Zodra het systeem vermoeidheid bij de
bestuurder ontdekt, geeft dit een akoestisch
signaal en een optische waarschuwing mid-
dels een symbool in het instrumentenpaneel
›››
afb. 6
samen met een aanvullend tekst-
20
Informatie voor de bestuurder
bericht. Het tekstbericht in het instrumenten-
paneel wordt ca. 5 seconden weergegeven en
verschijnt opnieuw zodra weer vermoeidheid
wordt geconstateerd. Het systeem onthoudt
het laatst weergegeven bericht.
De melding op het scherm van het instrumen-
tenpaneel kan als volgt worden verborgen:
●
Druk op de toets
van het multifunctie-
stuurwiel.
Bedrijfscondities
Het rijgedrag wordt uitsluitend berekend bij
snelheden boven ongeveer 60 km/u (40 mpu).
Uit- en inschakelen
De vermoeidheidsherkenning kan in het info-
tainmentsysteem worden in- of uitgeschakeld
met de functietoets
> Hulpsystemen > Be-
stuurdersmeldingen.
De vermoeidheidsherkenning wordt altijd ge-
activeerd bij inschakeling van het aandrijfsys-
›››
teem
pag.
30.
Beperkingen aan de werking
De detectie van vermoeidheid kent een aantal
beperkingen. In de volgende gevallen is het
mogelijk dat de detectie van vermoeidheid be-
perkt of niet werkt:
●
Bij snelheden onder 60 km/u (40 mpu).
●
Op bochtige wegen.
●
Bij wegwerkzaamheden.
●
Op wegen met slecht wegdek.
●
Onder slechte klimatologische omstandig-
heden.
●
Bij een sportieve rijstijl.
●
Als de bestuurder in ernstige mate wordt af-
geleid.
De detectie van vermoeidheid wordt gereset
zodra de wagen langer dan 15 minuten heeft
stilgestaan, het contact wordt uitgeschakeld of
de bestuurder de veiligheidsgordel heeft ont-
grendeld en het portier heeft geopend.
Indien u langere tijd traag rijdt (onder 60 km/u,
40 mpu), zal het systeem de berekening van de
vermoeidheid automatisch terugzetten. Zodra
weer sneller wordt gereden, wordt de rijstijl op-
nieuw berekend.
WAARSCHUWING
De intelligente technologie van de vermoei-
dheidsherkenning kan de limieten opgelegd
door de natuurkundige wetten niet overwin-
nen en werkt enkel binnen de eigen grenzen
van het systeem. Het hogere comfort dankzij
de detectie van vermoeidheid mag geen aan-
leiding zijn tot het nemen van grotere risi-
co's. Neem tijdens lange ritten regelmatig
een pauze; zorg dat die voldoende lang is.
●
De bestuurder blijft te allen tijde verant-
woordelijk voor het inschatten van zijn rij-
vaardigheid.
●
Rij nooit als u vermoeid bent.