Meerdere Unidrives met de gelijke parameterset programmeren:
Als de parameterset in de SmartCard wordt geladen met het getal 2001 in een nulparameter, zal deze
programmering overheersen met het volgende resultaat. Als deze SmartCard vervolgens in een andere Unidrive
gestoken wordt en de voedingsspanning van deze Unidrive wordt ingeschakeld, zal direct de parameterset van de
SmartCard in de EEPROM van de Unidrive worden opgeslagen, de inhoud van #0.030 zal hierbij niet worden
overgedragen. Op deze wijze kunnen snel en eenvoudig meerdere Unidrives geprogrammeerd worden met dezelfde
parameterset.
SmartCard datablokken:
De SmartCard heeft 999 individuele datablok locaties. Elke individuele datablok locatie van 1 t/m 499 kan gebruikt
worden om maximaal 4kb data in op te slaan.
Datablok
Type
1 t/m 499
Lezen/schrijven Parametersets
500 t/m 999
Lezen
Overdragen van data:
De onderstaande codes kunnen ingegeven worden in een nulparameter gevolgd door de rode toets te bedienen.
Code Actie
2001 Schrijf drive en optiemoduul parameters als een bootable file naar de SmartCard op locatie 1.
4yyy
Schrijf van de Unidrive en optiemodule de verschillen t.o.v. fabrieksprogrammering in de SmartCard
op datablok yyy. De <Program> instructie in #0.030 is de equivalent van getal 4001 in een nulparameter.
5yyy
Schrijf het On-board PLC programma van de Unidrive in de SmartCard op locatie yyy. Een on-board
PLC programma wordt niet gezamenlijk met de parameterset van de Unidrive geschreven en gelezen
en zal dus separaat in de SmartCard geschreven moeten worden.
6yyy
Lees de drive parameters of PLC programma in datablok yyy van de SmartCard in de EEPROM van de
Unidrive. De code 6001 is gelijk aan #0.030 op <Read> te programmeren.
7yyy
Wis SmartCard datablok yyy. Werkt niet bij een SD-Card.
8yyy
Vergelijk de parameters in de Unidrive met datablok yyy in de SmartCard. De geselecteerde
parameterset in de SmartCard wordt vergeleken met de inhoud van de EEPROM in de Unidrive.
Indien er geen verschillen zijn zal de code 8yyy in de nulparameter weer op 0 gezet worden en indien er
wel verschillen zijn zal een <Card Compare> trip optreden.
9555 Vrijgave van alle waarschuwingen. Geen <Card Option> en <Card Rating> trips, optiemodules en type
afhankelijke parameters worden niet overschreven.
9666 Wel <Card Option> en <Card Rating> trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden over-
schreven.
9777 Reset de read-only vlag in de SmartCard.
9888 Activeer de read-only vlag in de SmartCard.
9999 Wis en formatteer de gehele SmartCard.
Verschil in Unidrive voedingsspanning
Indien een Unidrive file overgedragen wordt naar een andere Unidrive die afwijkend is van voedingsspanning, dan
zullen alle parameters geprogrammeerd worden m.u.v. de parameters uit onderstaande tabel. Deze parameters
blijven op hun fabrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <Card Rating> trip. Dit is een waarschuwing
die kan worden gereset. Raadpleeg de beschrijving van de macro file op de volgende pagina.
Parameter
Functie
2.008
Regeneratieve tussenkringspanning
4.005
Stroomgrens motorisch
4.006
Stroomgrens regeneratief
4.007
Stroomgrens symmetrisch
4.024
Scaling koppelwenswaarde en meting
5.007
Nominale motorstroom
5.009
Nominale motorspanning
5.010
Motor Cosφ
Verschil Open Loop RFC-A en RFC-S mode
De keuze van Open Loop, RFC-A of RFC-S mode is opgenomen in de parameterfile en bij overdracht zal de
Unidrive in de mode worden geprogrammeerd zoals in de file is vastgelegd.
Verschil in nominaalstroom
Indien de nominaalstroom van de file en de Unidrive verschillend zijn, zal overdracht plaatsvinden maar (indien de
file groter is dan de Unidrive) zullen diverse parameters in de drive begrensd worden op hun maximum.
Verschil in optiemodule
Indien de moduulcode in #15.001, #16.001 of #17.001 verschillend is tussen SmartCard file en Unidrive, dan
zullen alle parameters geprogrammeerd worden m.u.v. de parameters van de optiemodule. Deze parameters
blijven op hun fabrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <Card Rating> trip. Dit is geen trip maar een
waarschuwing die kan worden gereset
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
Unidrive M700
SmartCard
Toepassing
Macro's
Parameter
Pagina 89 van 232
Functie
5.017
Motor Statorweerstand
5.018
Schakelfrequentie
5.024
Transiënte motorinductie
5.025
Statorinductie
6.006
Stroomniveau bij DC injectie
6.048
DC bus aanwezig detectie niveau
6.065
Standaard Under Voltage drempel
6.066
Low Under Voltage drempel