Instellen en optimaliseren van de toerentalregelaar
Er zijn twee sets PID gains die geselecteerd kunnen worden met #3.016.
#3.016 = 0: P gain = #3.010 (#0.007)
I gain = #3.011 (#0.008)
D gain = #3.012 (#0.009)
Filter = #4.012 (#0.017)
#3.010 P-versterking (proportioneel)
Indien de P- versterking op een waarde en de I-versterking is op nul gezet is, dan heeft de toerentalregelaar alleen
een P-versterking en moet er een toerentalafwijking aanwezig zijn om een koppelwenswaarde in #3.004 te kunnen
genereren. Daardoor zal er een belastingafhankelijke afwijking zijn tussen toerental wenswaarde en toerental
meetwaarde. Deze afwijking is afhankelijk van de instelling van de P-versterking en bij toenemende P-versterking
zal de toerental afwijking afnemen. Een te hoog ingestelde P-versterking zal resulteren in stroom en toerental
instabiliteit.
#3.011 I-versterking (integraal)
De I-versterking heeft als functie om de ontstane toerentalafwijking te compenseren. De toerentalregelaar
accumuleert over een bepaalde tijd en resulteert in een toenemende koppelwenswaarde met als doel de
toerenafwijking naar nul te brengen. Verhogen van de I-versterking reduceert de accumulatietijd en de
toerentalafwijking zal sneller op nul gebracht zijn, het systeem heeft dan een grote stijfheid en reduceert het na-
ijlende effect van het motortoerental bij een plotselinge belasting toename. Een te hoge I-versterking zal resulteren
in een overshoot in toerental na een plotseling belastingtoename.
#3.012 D-versterking (differentiaal)
De D-versterking heeft een tegenovergesteld voorteken als de P en I-versterking en heeft als doel te anticiperen op
de steilheid van toerentalwijziging en daarmee een overshoot in toerental te voorkomen. De D-versterking wordt
specifiek toegepast bij systemen met een grote massatraagheid, bij de meerderheid van de toepassingen zal er
geen noodzaak zijn om een D-versterking toe te passen.
Inregelen toerentalregelaar.
Bij het inregelen van de toerentalregelaar is het te adviseren om het motortoerental te observeren met behulp van
een oscilloscoop of via een PC en daarbij gebruikmakend van het programma CTScope wat u gratis kunt
downloaden via
www.nidec-netherlands.nl
wenswaarde. De grootte van deze signaalsprong moet dusdanig gekozen worden dat de toerenregelaar niet in de
verzadiging gaat. Voor het geven van de signaalsprong kan de harde wenswaarde gebruikt worden in #3.022.
Vrijgave van de harde wenswaarde in #3.022 geschiedt met bitparameter #3.023 die vanaf het toetsenbord bedient
kan worden. Draai bij voorkeur op een toerental tussen de 50-80%.
Signaalsprong in #3.022
Te lage P-versterking
Te hoge P-versterking
Te hoge I-versterking.
Ideale respons
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
M700 menu 3
Toerentalmeting en -regeling
#3.016 = 1: Pgain = #3.013
I gain = #3.014
D gain = #3.015
Filter = #4.023
. Vervolgens moet er een signaalsprong gegeven worden in de toerental
Bepaal de juiste instelling voor de P en I-versterking op
de volgende wijze.
- Programmeer de I-versterking in #3.011 op nul.
- Programmeer een signaalsprong in #3.022
- Geef de signaalsprong vrij door #3.023 te bedienen op het
toetsenbord en observeer het toerental op de oscilloscoop.
- Verhoog de P-versterking in #3.010 tot aan de stabiliteits-
grens.
- Zoek vervolgens een juiste instelling voor de I-versterking
in #3.011 waarbij de ideale respons wordt behaald.
Pagina 118 van 232