Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Unidrive M700 Handleiding pagina 82

Inhoudsopgave

Advertenties

Param.
Omschrijving
Nr.
Vrijgave autotune
0.040
Bij de roterende auto tune wordt de statorinductie in #05.025 gemeten van waaruit de cosφ bepaald wordt in #0.043 en
#5.010. Zolang er een waarde in #05.025 staat is de cosφ in #0.043 en #5.010 niet meer handmatig te wijzigen.
Schakel- of
0.041
modulatiefrequentie
Aantal motorpolen
0.042
Motor cos.φ
0.043
Nominale motorspanning
0.044
Nominaal motortoerental
0.045
Nominaal motorstroom
0.046
Nominale motorfrequentie
0.047
Selectie Unidrive
0.048
werkingsprincipe
(zie onderstaande procedure)
Omschakelen van het Unidrive werkingsprincipe.
1.
Stel zeker dat de Unidrive niet in bedrijf is en de Safe Torque Off ingang op klem 31 niet geactiveerd is.
2.
Programmeer #0.000 op 1253.
3.
Programmeer #0.048 op het gewenste werkingsprincipe (Open Loop, RFC-A, RFC-S of Regen)
4.
Bedien de rode reset toets.
De Unidrive schakelt nu om naar het geselecteerde werkingsprincipe en laadt de betreffende fabrieksinstellingen in
5.
het geheugen van de Unidrive.
M700, Handleiding Closed Loop Vector versie 1.3
Unidrive M700
Menu 0
Oorsprong
Een-
Fabrieks
parameter
heden
progr.
#5.012
0
Statische auto tune (1)
#5.017 stator weerstand
#5.024 transient inductie
#5.059 max. dode tijd comp
#5.060 Amp. bij max. comp.
#4.013 I-regelaar P gain
#4.014 I-regelaar I gain
#5.018
kHz
3
#5.011
Polen
Auto
#5.010
0,850
#5.009
Volt
400
690
#5.008
rpm
1500
#5.007
A
#0.032
#5.006
Hz
50,0
#11.031
Open
Loop
Pagina 82 van 232
Bereik
Bijzonderheden
Eerst #0.042 t/m #0.047 invullen
0 - None
Uit
1 -
Statische autotune:
Basic
Statormeting bij stilstand, zet #0.040 op 1,
geef een start, motor gaat nu niet draaien.
2 -
Roterende en statische autotune:
Improved
Stel zeker dat de motor onbelast is.
Stop de drive . Zet #0.040 op 2, start de
drive. Nu volgt eerst de statische autotune,
daarna gaat de motor enige tijd op 65%
snelheid draaien in de geselecteerde richting,
stopt zichzelf en loopt vrij uit. Neem de
vrijgave en run weg om daarna weer te
kunnen starten.
3 -
Inertie compensatie meting 1:
Inertia 1
Test wordt uitgevoerd bij momentele toeren-
talopdracht. Er worden toerentalvariaties
doorgevoerd van 1% van nominaal of met de
inhoud van #5.021. Na afloop is #3.018
geprogrammeerd. Zie ook #4.022.
4 -
Inertie compensatie meting 2:
Inertia 2
Stel zeker dat de motor stilstaat. Na een start
zal de motor met 20% koppel in 5 sec.
accelereren naar 75% nominaal toerental.
Zonodig zal automatisch het koppel met
stappen van 20%, bij een maximum van
100%, verhoogd worden om de 5 sec.
acceleratie te bewerkstelligen. Maximum
tijd bij 100% koppel is 60 sec. waarna de
drive tript. Zie ook #5.021, #4.022, #3.018.
Roterende auto tune (2)
#5.010 cosφ (#0.009)
#5.025 stator inductie
#5.029 flux verzadiging 1
#5.030 flux verzadiging 3
#5.062 flux verzadiging 2
#5.063 flux verzadiging 4
#4.045 no-load iron loss
3 kHz, 4 kHz, 6 kHz, 8 kHz, 12 kHz, 16kHz
Hogere schakelfrequentie geeft een lager
geluidsniveau van de motor en hogere
warmte verliezen in de Unidrive
Auto
Berekening volgens motor data, max. 60
2 pole
3000 RPM (50Hz)
4 pole
1500 RPM
,,
6 pole
1000 RPM
,,
etc.
1,000
Gegevens van de motortypeplaat
380 - 480
500 - 690
180 000
#0.032
550,0
Open
Open loop frequentieregeling
Loop
RFC-A
Closed loop flux Vectorregeling t.b.v. een
inductiemotor met of zonder encoder op de
motor.
RFC-S
Aansturing van een permanentmagneet-
motor met of zonder encoder op de motor.
Regen
Active front end
Inertiemeting (3)
#3.018 totale inertie
#4.033 inertie x 1000

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m701

Inhoudsopgave