Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Unidrive M700 Handleiding pagina 138

Inhoudsopgave

Advertenties

#6.045 en #6.046. Snelheid van de koelventilatoren.
De snelheid van de koelventilatoren wordt in 10 stappen geregeld vanuit het thermisch management. Het toerental
is proportioneel met de thermische belasting in #7.036. Er kunnen twee ventilatie curves geselecteerd worden,
Standard en Low Noise zoals in onderstaande karakteristiek is weergegeven.
In de "Standard" curve beginnen de ventilatoren te draaien bij een inhoud in #7.036 van 20% en hebben bij 50%
hun maximale toerental bereikt. Het toerental kan begrensd worden door in #6.045 een waarde tussen +10 en 0 in
te geven. Een te lage waarde kan een temperatuur trip tot gevolg hebben. Bij een inhoud van 0 staan de ventilatoren
onvoorwaardelijk stil.
In de "Low Noise" curve beginnen de ventilatoren pas te draaien bij een inhoud in #7.036 van 50% en hebben bij
75% hun maximale toerental bereikt. Het toerental kan nu begrensd worden door in #6.045 een negatieve waarde
tussen -10 en 0 in te geven. Een te lage waarde kan een temperatuur trip tot gevolg hebben. Bij een inhoud van 0
staan de ventilatoren onvoorwaardelijk stil. In Low Noise hebben de ventilatoren een hysterese om pendelen te
voorkomen. Tevens staan de ventilatoren stil als de Unidrive niet in bedrijf is.
Bij een inhoud van +11 in #6.045 worden de ventilatoren
onafhankelijk van het thermisch management naar volle
snelheid gedwongen.
In #6.046 wordt de snelheidopdracht naar de ventilatoren
weergegeven. Afhankelijk van de bouwgrootte van de
Unidrive hebben de ventilatoren mogelijk geen 10 snel-
heden en resulteert elke verandering in #6.046 niet in
een snelheid verschil van de ventilator.
Fabrieksmatig staat #6.045 op +10 en het omwisselen
naar "Low Noise" kan door het getal -10 in te geven.
Er zijn toepassingen waar het de voorkeur heeft de ventilatoren progressief in bedrijf te laten komen en #6.045 op
+10 (Standard) staat geprogrammeerd, echter deze instelling kan het nadeel hebben dat als de Unidrive niet in
bedrijf is de ventilatoren mogelijk al gaan draaien. Dit kan met de volgende programmering onderdrukt worden:
#9.004 = 10.002
#9.006 = 10.002
Bij deze programmering zal zodra de Unidrive in bedrijf komt #6.045 op +10 gezet
#9.009 = -25,0
worden en de ventilatoren via de <Standard> instelling progressief in toeren geregeld
#12.008 = 12.014
worden. 25 sec. nadat de Unidrive is gestopt zal #6.045 op 0 gezet worden waardoor
#12.011 = 6.045
de ventialtoren onvoorwaardelijk gaan stilstaan.
#12.014 = 3,600
#xx.000 = Save parameters + reset (rode toets)
# 5.040 Voltage boost bij vliegende start.
#6.009 vliegende start (spin start) is fabrieksmatig
vrijgegeven d.m.v. #6.009. In Sensorless mode (#3.024)
waarbij de motor geen encoder heeft, wordt deze voltage
boost gebruikt bij het scannen van het motortoerental. De
inhoud in #5.040 in relatie tot het motorvermogen is in de
illustratie hiernaast weergegeven. Bij een te lage waarde zal
het motortoerental niet gedetecteerd kunnen worden. Bij een
te hoge waarde kan het voorkomen dat bij een start vanaf
stilstand de motor tijdens het scannen zal accelereren.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
M700 menu 5
Motormap
+11
+10
+9
+8
+7
+6
+5
+4
+3
+2
+1
0
#5.40
Pagina 138 van 232
Volle snelheid
Standard
Uit
10
20
30
40
50
60
Thermische belasting #7.036
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
0
20
40
60
80
100 120 140
kW
Low noise
-10
-9
-8
-7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
70
80
90
100%
160 180 200

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m701

Inhoudsopgave