Inhoudsopgave
Advertenties
Hardware van de encoderingang:
De encoderkanalen zijn gebaseerd op een EIA 485 differentiaal ingang wat inhoud dat alle signalen tevens met
een invers signaal voorzien moeten zijn. Het spanningsniveau op de P1 kanalen (pin 1 t/m 6) mag hoger zijn dan
5V, mits de 120Ω interne ballstweerstanden worden uitgeschakeld (max. spanning t.o.v. common: +14V tot
-9V). De P2 kanalen (pin 7 t/m 12) hebben vaste 120Ω ballastweerstanden waardoor het spanningsniveau op P2
beslist niet hoger mag zijn dan 5V.
Encoderkabel:
Gebruik bij voorkeur afgeschermde encoderkabel waarbij de aders per paar getwist zijn (A en A\ getwist etc.) en
de 2 voedende aders een grotere diameter hebben. Bij encoderkabels met grotere lengte is het zinvol TTL-R
encoders toe te passen die met 15 of 24V gevoed kunnen worden en 5V signalen afgeven. (zie volgende pagina).
In dit geval wordt dan de spanningsval over de encoder en de voedende aders gecompenseerd.
Scherm van de encoderkabel:
Het scherm van de encoderkabel zal over het algemeen met de 0V van de encoderingang verbonden worden.
Omdat in dit geval de encoder op een frequentie gestuurde motor geplaatst is, bestaat het gevaar dat EMC
retourstroom van het motorframe via het scherm van de encoderkabel een pad terug zoekt naar de Unidrive.
Hierdoor bestaat het gevaar dat de encoderingang verstoord wordt en om dit te voorkomen is het beslist
noodzakelijk om het scherm van de encoderkabel met aarde te verbinden, bij voorkeur via de met de Unidrive
meegeleverde schermbeugel.
Beschikbare aansluitadaptors:
P1 + P2 aansluitadaptor.
Conversie van 15 pin sub-d
naar 15 schroefklemmen.
HTL single ended adaptor (P1).
Voor 15 en 24V ingang
UT02-15V en UT02-24V.
Incrementele encoder:
Op de 15-polige sub-D connector kunnen de volgende type incrementele encoders aangesloten worden.
A-B signalen : Twee 90 graden verschoven pulssignalen
F-D signalen : Frequency - Direction (puls - draairichting)
F-R signalen : Forward - Reverse (vooruit - achteruit)
Incrementeel (AB)
Aantal encoderpulsen per omwenteling, parameter 3.034 en 3.134.
Het aantal pulsen of SinCos sinussen per omwenteling van de encoder mag tussen 1 en 100.000 zijn met in
achtname van de maximale ingangsfrequentie van 500kHz. bij maximaal toerental. Fabrieksmatig staat het aantal
encoderpulsen per omwenteling op 1024, echter voor optimaal regelgedrag, in het bijzonder bij lage toerentallen,
is het ten zeerste aan te bevelen een encoder toe te passen met minimaal 4096 pulsen per omwenteling. Bij een
lager pulstal is het noodzakelijk om filter #4.012 op 1 of 2ms in te stellen.
Nulimpuls
Incrementele encoders zijn vaak uitgerust met een nulimpuls. Dit is een impuls die een maal per encoder-
omwenteling aanwezig is. De benaming is fabricaatafhankelijk. Veel gebruikt zijn C, Z, 0, en K0. Deze impuls kan
gebruikt worden in positioneer en motion-control toepassingen in menu 13 en applicatieprogramma's. Indien de
encoder uitsluitend als doel heeft de snelheid van de motor te meten dan hoeft deze nulimpuls niet aangesloten
te worden. Als de nulimpuls wel is aangesloten kan het zinvol zijn om de ballastweerstand over dit kanaal vrij te
geven d.m.v. #3.039, dan is tevens de bewaking van dit kanaal geactiveerd. Een ontbrekende nulimpuls geeft dan
een <Encoder 2> trip als storingsmelding.
ATTENTIE! Bij encodersignalen >5V is het beslist noodzakelijk de ballastweerstanden uit te schakelen.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
Unidrive M700
Encoder aansluitingen
Frequency/Direction (FD)
A
A\
B
B\
Z
CCW
Z\
Pagina 62 van 232
Male
P1 aansluitadaptor.
Conversie van pin 1-6 en 13-14 naar
UD BV 3
schroefklemmen. Tevens voorbereidt op
R1
R2
R4
het plaatsen van ballastweerstanden
4
1
5
3
2
R3
14
14
14
13
6
15 naar 25 polige conversiekabel van 30, 50 of 100cm
met 25 polig aansluitblok met veerdrukklemmen
F
F\
D
D\
CW
Forward/Reverse (FR)
F
F\
R
R\
CCW
CW
Advertenties
Inhoudsopgave
