Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Unidrive M700 Handleiding pagina 139

Inhoudsopgave

Advertenties

#5.044 t/m #5.050: Temperatuur compensatie van de statorweerstand.
De statorweerstand is afhankelijk van de motortemperatuur en zeer bepalend voor de prestatie van de motor/drive
combinatie en moet daarom bij voorkeur altijd via een auto-tune gemeten worden. Indien de statortemperatuur
gemeten wordt kan een automatische temperatuurafhankelijke compensatie van de statorweerstand plaatsvinden.
Stator basis-
temperatuur
Statorweerstand
( )
-50
C
0
In #5.044 moet geselecteerd worden via welk kanaal de actuele motortemperatuur verkregen wordt, aannemelijk
via de thermistorfunctie van analoge ingang 3 op klem 8. Raadpleeg hiervoor menu 7 op pagina 152.
In #5.017 moet de statorweerstand ingegeven worden en in #5.048 de daarbij behorende temperatuur. Het is
eenvoudiger om bij een functionele temperatuurmeting de automatisch compensatie d.m.v. #5.049 in te schakelen
en vervolgens een statische auto-tune uit te voeren, #5.017 en #5.048 worden dan automatisch geprogrammeerd.
Zodra de motortemperatuur wijzigt is de gecompenseerde statorweerstand uit te lezen in #5.050. De gemeten
statortemperatuur is uit te lezen in #5.046.
De fabrieksinstelling van het temperatuur coëfficiënt in #5.047 is een ervaringswaarde die over het algemeen als
correct beschouwd kan worden, maar door de gebruiker wel gewijzigd kan worden.
#5.051 t/m #5.057: Temperatuur compensatie van het nominaal motortoerental.
Het nominaal toerental van de inductiemotor is bij een cloced-loop (RFC-A) toepassing zeer bepalend voor de
koppelprestatie van de motor, bij een open-loop toepassing is dit minder critisch. Het sliptoerental van de motor is
proportioneel met de rotortemperatuur. Indien de rotortemperatuur gemeten wordt kan een automatische
temperatuurafhankelijke compensatie van het nominaal toerental plaatsvinden en daarmee kan dan een optimale
koppelprestatie van de motor worden gecreëerd over het hele temperatuurbereik.
Rotor basis-
temperatuur
Rotorweerstand
5.055
( )
-50
C
0
In #5.051 moet geselecteerd worden via welk kanaal de actuele rotortemperatuur verkregen wordt, aannemelijk is
dit op dezelfde wijze als de hierboven beschreven statortemperatuur. Het daadwerkelijk meten van de
rotortemperatuur is omslachtig en duur, vandaar dat er van wordt uitgegaan dat de motor intern een homogene
opwarming heeft waardoor de rotor en stator nagenoeg dezelfde temperatuur hebben, waardoor de stator-
temperatuur ook als rotortemperatuur in deze compensatie gebruikt kan worden.
Het toerental wat op de motor typeplaat is vermeld is bij nominale belasting en bij nominale bedrijfstemperatuur. Het
sliptoerental bij kamertemperatuur is ca. 70% van de waarde van de typeplaat. Voorbeeld: een motor met een
typeplaat toerental van 1400rpm heeft bij kamertemperatuur een vollast toerental van ca. 1430rpm.
Er van uitgaande dat in de motormap in #5.008 het typeplaat toerental wordt ingevuld, kan in #5.055 een rotor
basistemperatuur van 120°C worden ingevuld wat overeenkomt met de nomnale bedrijfstemperatuur van de motor
Temperatuurmeting:
Als een temperatuursensor wordt gebruikt via anloge ingang 3 kan deze meting tevens ook gebruikt worden als
motortemperatuurbewaking, als bijkomstigheid wordt de sensor dan ook op open circuit bewaakt, raadpleeg hiervoor
menu 7 op pagina 152. Het is zeker een overweging om dan in menu 7 de temperatuursensor ook op kortsluiting te
bewaken door #7.015 op <Therm Short Cct> te programmeren.
Mogelijk wordt de motortemperatuur al gemeten via een andere weg (PLC / scada) en kan deze meetwaarde via
een veldbus in #5.045 resp. #5.052 geladen worden. Temperatuur meetwaarde selectie in #5.044 en #5.051 moet
dan in de stand <User> geprogrammeerd worden.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
M700 menu 5
Motormap
( C)
5.048
Temperatuur
coefficient
5.046
Stator temperatuur
( C)
Temperatuur
coefficient
5.053
Rotor temperatuur
Pagina 139 van 232
Gecompenseerde
5.050
statorweerstand
Statorweerstand bij
5.017
basistemperatuur
5.047
5.044
+300
C
5.049
( C)
Gecompenseerd
5.057
nominaal toerental (rpm)
Motormap
5.008
nominaal toerental (rpm)
5.054
5.051
+300
C
5.056
( C)
( )
( )
Selectie statortemperatuur
meting
Vrijgave statortemperatuur
compensatie
Selectie Rotortemperatuur-
meting
Vrijgave nominaal toerental
compensatie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m701

Inhoudsopgave