Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rfc-A Sensorless Mode - Nidec Control Techniques Unidrive M700 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

RFC-A Sensorless mode

RFC-A Sensorless mode is een closed loop configuratie zonder encoder op de motor waarbij de snelheidsmeting
een gesimuleerde waarde is. Anders geformuleerd is RFC-A Sensorless mode dus een open loop regeling met de
closed loop regelstrategie. Toepassen van de RFC-A Sensorless mode in plaats van open loop is vooral aan te
bevelen i.v.m. stabiliteit bij grote motoren met lage belasting en hoge massatraagheid. Of toepassingen waar
koppelfluctuaties vanuit het werktuig instabiliteit veroorzaken die met de open loop regelstrategie niet tot een
gewenste stabiliteit leiden. Door een vrij accurate simulatie van het motortoerental is bij RFC-A Sensorless mode,
in vergelijk met open loop mode, het actuele motortoerental nauwkeurig en belasting onafhankelijk. RFC-A
sensorless mode moet geactiveerd worden vanuit de closed loop configuratie en de omschakeling vanuit open loop
is als volgt.
1. Er vanuit gaande dat de aandrijving reeds in open loop is opgestart, is het zinvol om de huidige parameters
eerst op te slaan, hiertoe zijn er de volgende mogelijkheden.
1) Met behulp van het programma M-Connect.
2) Handmatig een lijst maken van de parameters die afwijkend zijn van fabrieksprogrammering. Dit eenvoudig
uit te voeren door #0.000 te laden met het getal 12000. Na het ingeven van dit getal zijn via het
toetsenbord alleen de gewijzigde parameters zichtbaar. Doorloop de menu's en noteer de inhoud van de
parameters die getoond worden. Programmeer ter afsluiting #0.000 weer op 0.
2. Schakel als volgt om naar de Closed Loop: #0.000 = 1253, #0.049 = All Menus, #0.048 = RFC-A en bedien
de rode toets. De Undrive schakelt nu om naar de Closed Loop fabrieksinstelling.
Er zal nu een Encoder 2.11 trip optreden, plaats bit 0 van #3.040 op 0 en geef een reset met de rode toets.
3. Maak de volgende programmering.
#3.024 = Sensorless Sensorless mode selectie
#3.042 = 2ms
#3.010 = 0,0100
#4.012 = 1,0ms
#6.009 = Disable
4. Programmeer de motormap:
#5.011 (#0.042) = Automatic Poles
#5.010 (#0.043) = Cosφ van de motor typeplaat
#5.009 (#0.044) = Motorspanning van de motor typeplaat, waarschijnlijk 400V.
#5.008 (#0.045) = Motortoerental van de motor typeplaat. Dit is het vollasttoerental bij de motor op eindtemp.
Reduceer het sliptoerental met ⅓, voorbeeld: 1455rpm geeft 45rpm slip. Vul dan 1470rpm in.
#5.007 (#0.046) = Motorstroom van de motor typeplaat.
#5.006 (#0.047) = Motorfrequentie van de motor typeplaat, waarschijnlijk 50Hz.
5. Roterende autotune van een onbelaste motor. Programmeer #0.040 op 2, geef een vrijgave op klem 31 en een
runsignaal. De onbelaste motor zal gedurende 36sec. in de opgedragen richting op ⅔ van het nominale motor-
toerental gaan draaien en tot slot vrij uitlopen. Neem daarna de vrijgave op klem 31 weer weg.
Indien om redenen vanuit het werktuig niet aan de voorwaardes van de roterende autotune kan worden
voldaan, voer dan een statische autotune uit door #0.040 op 1 te programmeren en een runsignaal te geven.
De motor maakt geluid maar zal hierbij niet gaan draaien. Neem daarna de vrijgave op klem 31 weer weg.
Door het niet kunnen uitvoeren van de roterende autotune kan de cosφ niet worden bepaald.
6. De tollerantie van de cos.φ zoals die op de typeplaat van een normmotor is vermeld is vrij groot. Echter de
juiste programmering van de cos.φ is zeer bepalend voor een optmimale prestatie van de motor-regelaar
combinatie. Indien om externe redenen deze roterende autotune niet uitgevoerd kan worden is het ook mogelijk
de cos.φ op de volgende wijze tijdens bedrijf te bepalen. Er zal eerst een werkpunt op de Volt/Herz lijn gekozen
moeten worden bij ca. 60 tot 80% van het nominaal toerental. Voorbeeld: de motor heeft bij 400V een toerental
van 1500rpm en als we op 1000rpm gaan draaien zal de motorspanning (1000/1500) x 400 = 267V moeten zijn.
De gemeten motor
van 1000rpm de inhoud van #5.010 (#0.043) zo aangepast worden dat de motor een spanning heeft van 267V.
Het kan zijn dat de inhoud van #5.010 (0.043) niet te wijzigen is doordat er een waarde in #5.025 staat en zal
dus eerst op 0 gezet moeten worden . Deze inhoud van #5.025 kan het resultaat zijn van een eerder uitgevoerde
roterende autotune of een poging daartoe.
7. Indien noodzakelijk optimaliseer de toerentalregelaar in #3.010 (#0.007), #3.011 (#0.008) en #3.012 (#0.009)
zoals op de voorgaande pagina is beschreven.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
M700 menu 3
Sensorless mode
Feedback fiter
P-versterking toerental regelaar.
Stroomopdracht filter
Catch spinning motor
spanning is uit te lezen in #5.002. In een of meerdere pogingen kan nu bij een toerental
Pagina 119 van 232

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control techniques unidrive m701

Inhoudsopgave