Introductie:
De SmartCard kan toegepast worden om parametersets in op te slaan,
of om parametersets over te dragen naar een Unidrive M700.
De SmartCard kan voor de volgende functies gebruikt worden.
- Parametersets kopiëren.
- Opslaan van verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering.
- On-board PLC programmeringen opslaan in de SmartCard.
- Automatisch opslaan van parameterwijzigingen in de SmartCard.
De SmartCard kan geplaatst worden in de gleuf die zich achter het
afneembare toetsenbord bevindt, waarbij de goudkleurige contact-
vingers naar links gericht zijn. Er zijn twee varianten beschikbaar,
de standaard "creditcard" versie en de uitvoering met een SD-Card-
Adaptor. Data overdracht vindt alleen plaats als een instructie wordt
uitgevoerd en de SmartCard mag verwijderd en geplaatst worden
bij ingeschakelde voedingsspanning.
Basisfuncties via menu 0:
#0.030 = none
#0.030 = Read + reset
Voorwaarde is dat de Unidrive niet in bedrijf mag zijn, hetgeen betekent dat het bovenste display Ready, Inhibit of
Trip moet weergeven. Na het ingeven van de juiste code in #0.030 moet de rode toets op de Unidrive bediend
worden. De parameterset uit de SmartCard wordt nu in de Unidrive geladen en wordt direct in het geheugen van de
Unidrive opgeslagen. Na het volbrengen van de overdracht zal #0.030 worden gereset.
#0.030 = Program + reset Unidrive > SmartCard
Na het ingeven van de juiste code in #0.030 moet de rode toets op de Unidrive bediend worden. De inhoud van de
EEPROM in de Unidrive en de optiemodules worden nu geladen in de SmartCard. Indien het datablok al informatie
bevat wordt het overschreven. Na het volbrengen van de overdracht zal #0.030 worden gereset.
#0.030 = Auto
Na het ingeven van de juiste code in #0.030 moet de rode toets op de Unidrive bedient worden, de volledige
parameterset zal nu in de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu 0 van de Unidrive wordt
automatisch ook in de SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van de Unidrive worden
opgeslagen door een <Save Parameters> instructie zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen
worden. Na elke voeding inschakeling zal <Card Write> in display verschijnen en de parameters in de SmartCard
geschreven worden. Bij het verwijderen van de SmartCard zal #0.030 worden gereset.
#0.030 = Boot
Na het ingeven van de juiste code in #0.030 moet de rode toets op de Unidrive bedient worden, de volledige
parameterset zal nu in de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu 0 van de Unidrive wordt
automatisch ook in de SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van de Unidrive worden
opgeslagen door een <Save Parameters> instructie zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen
worden. Na elke voedinginschakeling zal <Booting> in display verschijnen en de parameters van SmartCard in de
EEPROM van de Unidrive geschreven worden.
Uitwisselen van een Unidrive:
Er bevindt zich wel of geen SmartCard in de uit te wisselen Unidrive en #0.030 staat op <None>.
Plaats een SmartCard in de uit te wisselen Unidrive en programmeer #0.030 op <Program> + rode toets.
Plaats de SmartCard in de nieuwe Unidrive en programmeer de #0.030 op <Read> + rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Unidrive en #0.030 staat op <Auto>.
Plaats de SmartCard in de nieuwe Unidrive, programmeer #0.030 op <Program> + rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Unidrive en #0.030 staat op <Boot>.
Plaats de SmartCard in de nieuwe Unidrive en schakel de voedingsspanning in.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
Unidrive M700
SmartCard
Geen actie
SmartCard > Unidrive
Unidrive > SmartCard
Unidrive < > SmartCard
Pagina 88 van 232
(equivalent van een nulparameter <6001>)
(equivalent van een nulparameter <4001>)