Ballastweerstanden, parameter 3.039.
120Ω ballastweerstanden kunnen over de ingangssignalen geschakeld worden om daarmee een signaal-
zuiverende werking te verkrijgen. De P2 ingangen op pin 7 t/m 12 hebben altijd een ballastweerstand geactiveerd.
D.m.v. parameter 3.039 kunnen de ballastweerstanden geactiveerd worden overeenkomstig de onderstaande
tabel. Indien encodersignalen op meerdere apparaten zijn aangesloten is het van belang dat de
ballastweerstanden achteraan de keten worden geactiveerd.
Bij encodersignalen >5V is het beslist noodzakelijk de ballastweerstanden uit te schakelen om
ATTENTIE!
oververhitting van de weerstanden te voorkomen. Bij toepassing van de UDBV3 aansluitadaptor kunnen ballast-
weerstanden op de adaptor geplaatst worden.
P in 1
P in 2
P in 3
P in 4
P in 5
P in 6
Encoder draadbreukbewaking
De aanwezigheid van A, B en Z kanalen wordt automatisch bewaakt zodra de ballastweerstand over het
betreffende kanaal is geactiveerd d.m.v. #3.039. Bij encodersignalen boven de 5V moeten de ballast-weerstanden
d.m.v. #3.039 uitgeschakeld worden om oververhitting van de weerstanden te voorkomen. Vanaf dit moment zijn
de A, B en Z kanalen dan ook niet meer bewaakt. Een ontbrekend encoderkanaal zal dan niet meer resulteren in
een storingsconditie en een ontbrekend encodersignaal zal dan resulteren in een heel laag motortoerental bij
maximale stroom, een ongecontroleerde versnelling van de motor kan daarbij niet optreden.
Encoder trips
De Unidrive heeft verschillende encoder trips die hoofdzakelijk verband houden met de intelligente encoders.
M.b.t.incrementele A-B encoders bestaan er de volgende trips.
Encoder 1 : Encodervoeding overbelast. (5V - 300mA, 8V - 300mA, 15V - 200mA).
Encoder 2 : P1 draadbreukbewaking van de A, B en Z kanalen. Selecteerbaar met #3.039 en uitsluitend bij 5V
encodersignalen mogelijk.
Tijdens een roterende autotune kunnen de volgende encoder trips optreden.
Autotune 1 : Geen veranderende snelheidsmeting aanwezig vanaf de encoder. (encoder los of verwisseld)
Autotune 2 : Voorteken van het encodersignaal is verkeerdom t.o.v. de draairichting van de motor.
Is de draairichting van de motor correct, draai dan signaal A en A\ op pin 1 en 2 van de encoder
connector. Draait de motor verkeerdom, draai dan twee motorfasen om.
Encoder draairichting
Het encodersignaal heeft een voorteken wat afhankelijk is van de draairichting. Het encodertoerental kan
uitgelezen worden in #0.010 of in #3.002. Het voorteken moet overeenstemmen met de toerentalopdracht die kan
worden uitgelezen in o.a. #1.002, #2.001 of #3.001. Dus als de motor bij een positieve wenswaarde bv. rechtsom
moet draaien dan moet het encodersignaal in die draairichting ook positief zijn. Dit kan getest worden door de
motor met de hand te draaien en het toerental uit lezen via het display van de Unidrive. Tijdens een roterende
auto-tune zal een verkeerd voorteken resulteren in een <Autotune 2> trip. Indien het voorteken van het
encodersignaal verkeerdom is kan dit omgedraaid worden door A en A\ op pin 1 en 2 om te draaien. Bij een single
ended HTL encoder moet A en B op klem 3 en 4 van de UT02 interface connector omgedraaid worden.
TTL encoders
TTL encoders hebben een signaal-
niveau van 5V en zijn uitgerust met
inverse signalen (A\, B\ en Z\). De
voedingsspanning is meestal ook
5V. Door spanningsval over de
encoder en de voedende aders
zullen de uitgangssignalen dan
ook lager zijn dan 5V hetgeen bij
gebruik van inverse signalen niet
snel tot problemen zal leiden.
M700, Handleiding Closed Loop Vector, versie 1.3
Unidrive M700
Encoder aansluitingen
Ballast selectie
Pin
3.039
1 -2
3 x 120 Ohm
3 - 4
5 - 6
7 - 8
9 - 10
11 - 12
* Fabrieksinstelling
TTL
Encoder
A
1
A\
2
B
3
B\
4
5V
Z*
5
Z\*
6
Ub
13
0V
14
* Optioneel
Pagina 63 van 232
#3.039 = 0
#3.039 = 1*
-
120Ω
-
120Ω
-
120Ω
120Ω
120Ω
120Ω
120Ω
120Ω
TTL-R encoders
TTL-R encoders hebben een
voedingsspanning van ca. 9 tot
30V (HTL) en de uitgangs-
spanning is 5V (TTL). Op deze
wijze hebben de spanningsval
over de voedende aders en de
encoder geen invloed op het
uitgaande signaalniveau. D.m.v.
#3.036 moet een Ub geselec-
teerd worden van 15V.
#3.039 = 2
120Ω
120Ω
-
120Ω
120Ω
120Ω
120Ω
TTL-R
Encoder
A
1
A\
2
B
3
5V
B\
4
Z*
5
Z\*
6
Ub
13
9 - 30V
0V
14
* Optioneel